IMattetst
Afb. 4. Detail van kaart met de boven molen aan de Laan
Detail uit het Kaartboek van het Hoogheemraadschap van de Uitwaterende Sluizen van Kenne-
merland en West-Friesland, uitgegeven in 1680 en tot 1825 ongewijzigd herdrukt op de wapens
na.
Dit is de enig bekende kaart, waarop nog twee van de oorspronkelijk drie molens aan de Laan
staan afgebeeld. De opdracht tot het maken van deze kaart is in 1661 verstrekt aan Jan Jansz.
Dou. Hoewel de kaart in 1680 uitgegeven is, geeft dit detail de situatie tussen 1651 en 1666 weer.
In 1651 wordt de ondermolen verplaatst. De middelmolen en de bovenmolen volgen in 1666.
Jan IJsbrantsz. woont tussen 1638/39 en 1641/42 in de bovenmolen aan de Laan, dat is de molen
die het dichtst bij de ringvaart staat.
Molenaar aan de Laan
In het vijfde rekeningboek van de Scher-
meer (periode april 1638 - april 1639) ver
wijdt en verdiept Jan IJsbrantsz. sloten en
verricht hij baggerwerkzaamheden, waar
mee hij 138 gulden en 17 stuivers verdient.
Hij werkt voornamelijk in de polders L, M
en N.
In het zesde rekeningboek (april 1639 -
april 1640) verdient Jan IJsbrantsz. Bijl een
extra inkomen met het opvullen van bin-
nendruijpingen en vult hij de bermen van
de ringdijk aan ter weerszijden van de brug
van de Meningwesewech. Hiervoor wordt
aarde van het ingepolderde eiland de Mat
ten gebruikt. Na de droogmaking kwam dit
eiland als een berg boven het drooggeval
len land uit. Deze berg komt goed van pas
bij het ophogen van dijken en molenerven.
De wateroverlast bij de drie molens aan de
Laan is groot. Jan IJsbrantsz. put 119 5/6
schaften aerde voor het verhogen van de
molenwerven aan de Laan en vult de bac
ken, waterloopen ende pilaers van dezelve
molens aan. Totaal verdient hij die periode
229 gulden en 16 stuivers.
In het zevende rekeningboek (april 1640-
98