werkt in een stoofpot of wordt opgediend
met verse of gekookte groenten. Er wordt
brood bij gegeten, aardappelen kent men
nog niet.
Kijken we in de schuldenlijst dan komen
we meer levensmiddelen tegen. Zo heb
ben Jan Harmansz. en Jan Broersz. beide
Backer nog een rekening openstaan voor
een totaal van 21 gulden, 10 stuivers en 8
penningen. Laurens Cornelisz. Gorter heeft
nog een restantschuld van 11 gulden staan
over geleverd vlees. Willem Jansz. Brouwer
in de brouwerije vant Springende Paerdt
competeert over geleverde bieren 15 gulden.
Het kan zijn dat deze posten samenhan
gen met het gebruik om na de begrafenis
een maaltijd aan te bieden aan de belang
stellenden.
Hoewel de overheid zich verzet tegen het
houden van begrafenismalen is dit gebruik
niet uit te bannen. De Heeren Staten van
Holland en West-Friesland verbieden op 15
augustus 1671 de huijsluijden en opgezete
nen ten platten lande eenige publike Dood
malen aan te stellen, of te doen aanstellen,
en vervolgens iemant ten aanzien van de be
grafenissen, buiten de Erfgenamen van den
overledene te trakteeren.
Bier en brood maken deel uit van een
normale maaltijd. Gewonen mensen eten
veelal grof roggebrood, dat door de bak
kers met de voeten gekneed wordt. Bier
met een laag alcoholpercentage wordt bij
alle gelegenheden gedronken, omdat het
water door vervuiling veelal niet drinkbaar
is. Dat zal in de nog niet zo lang geleden
drooggevallen Schermer ook het geval
zijn.
Mannenkleding
Op Spitsbergen is een unieke collectie
werkmanskleding uit de 17s eeuw opge
graven. Deze kleding is afkomstig van Hol
landse zeelieden die daar begraven zijn.
Door de extreme kou zijn de eenvoudig
geweven wollen en soms zijden kledings
stukken opmerkelijk goed bewaard geble
ven. Linnen kleding vergaat sneller en is
nauwelijks teruggevonden.
De kledingsstukken geven een betrouw
baar beeld van het werkmansgoed uit de
i7e eeuw. De mannen in de i7e eeuw zijn
tenger gebouwd. Hun lengte varieert van
1.48 - 1.75 meter, kledingmaat 44, schoen
maat 39.
Gezien het zware grondwerk dat Jan
IJsbrantsz. verricht zal er sprake zijn van
werkkleding, maar ook van zomer- en win-
terkleding. Werkkleding moet van stevige
stof gemaakt zijn.
Gebaseerd op de i7e eeuwse mannen
kleding die op Spitsbergen gevonden is,
mogen we stellen dat Jan IJsbrantsz. ge
kleed gaat in een korte jas, een poffende
kniebroek, lange kniekousen en laag
schoeisel. Daaronder draagt hij waarschijn
lijk een van de twee onderbroecken en een
van de drije hemden of een wollen hemdt.
Het ondergoed is vanwege de wasbaar-
heid meestal uit linnen gemaakt. Hemden
hebben lange mouwen en een split aan de
voorzijde bij de hals.
De inventarislijst noemt verder een oude
rijerock (een rok is een jasje), een graeuw
rockgen en een graeuwe broeck. Grauw is
ongebleekt linnen of wol in de natuurlijke
grauw gelige tint.
Daarnaast is er sprake van twee linnen
broecken. Linnen is minder warm dan wol
en zal vooral zomers gedragen zijn. De
twee dasgen zullen om de hals gedaan zijn.
Tot slot komt een wambuijs (een bovenjas)
of een linnen wambuijs, afhankelijk van het
seizoen. Aan zijn voeten draagt Jan IJs
brantsz. lange kousen, die met banden on
der de knie worden vastgemaakt. Hij bezit
96