sjima ongeveer te zelfder tijd heeft gezegd dat Weltevree nog leefde en ongeveer 70 jaar oud zou moeten zijn. Dat staat in het dagregister van dit hoofd. Daarin staat ook dat Weltevree weliswaar oorspronke lijk opvarende van het schip 'Ouwerkerck' was, maar dat hij en zijn maats een Chinese jonk met 150 Chinezen aan boord hadden gekaapt dat ze wilden opbrengen naarTai- wan. (Dat kapen was geheel volgens de in structies van de Heren XVII, de directie van de VOC). Met de jonk waren ze uiteindelijk terecht gekomen op de Koreaanse kust. De Chinezen, hun oorspronkelijke slachtof fers, hadden hen overmeesterd en overge leverd aan de Koreanen. Dit verhaal wordt bevestigd in een brief van de Gouverneur van Formosa (Taiwan) aan de Gouverneur- Generaal in Batavia uit 1627. De'Ouwerker ck'zelf is op zijn beurt kort daarna gekaapt door een Portugees en in Macao geplun derd en verbrand. Er is nog een Koreaans document uit om streeks 1700 waarin Jan beschreven staat: Pak Yon Jan) was lang van gestalte en nogal zwaar gebouwd. Hij had blauwe ogen, een bleek gezicht en een blonde baard, die tot op zijn buik hing. Hij was ge trouwd met een Koreaanse vrouw die hem twee kinderen schonk: een jongen en een meisje. In een ander Koreaans document lezen we: Yon was werkzaam bij de staf van Ge neraal Ku Inhu. Zijn zoons worden vermeld in het wielregister van het trainingsbureau. Yon was een expert op het gebied van de wapenkunde. Hij was zeer bedreven in het gieten van kanonnen, waarvan de af werking zeer fraai was. Er wordt hier gesproken over meer dan één zoon. Het wielregister is een register van wapendeskundigen. In datzelfde document staan nog enkele interessante details: De 36 man van de vergane 'Sperwer' wa ren zeer merkwaardig gekleed. Ook hun lichaamsbouw was vreemd. Hun neuzen stonden hoog in hun gezicht. Hun ogen waren diep weggezonken. Ze verston den onze taal niet, noch mondeling, noch schriftelijk. Het Hof verzocht Yon na te gaan wat voor mensen dit waren. Toen Yon deze mensen zag, was hij erg ontroerd. Zijn baard was nat van tranen. Hij zei dat het landgenoten van hem waren en dat zij zijn taal spraken. Daarom besloot de koning hem als tolk te gebruiken. De verklaring die Hendrik Hamel en de zij nen aflegden voor de Japanse overheid van Nagasaki (zij kregen maar liefst 55 vragen voorgelegd) moeten qua waarheid en halve waarheid met een korrel zout worden geno men. De mannen verzwegen wat mogelijk zou kunnen leiden tot irritatie bij de Japanse verhoorders. Zo verzwijgen ze dat Weltevree en zijn zoons zich ontwikkeld hebben als wa pendeskundigen. Hun voorstelling van zaken is vooral ingekleurd door het veronderstelde Japanse belang. Japanners en Koreanen wa ren vijanden. Zo zijn hun mededelingen over Weltevree opvallend vaag (ze weten niet of hij nog leeft en zij hebben al tien jaar geen contact meer met hem) en waarschijnlijk niet of ternauwernood waar. Ook al zouden ze Weltevree niet meer in levende lijve hebben ontmoet, er was goed postverkeer Korea. Ruim dertig of misschien wel veertig jaar leef de Jan Jansz Weltevree in Sioor (Seoul). Zijn landgenoten van de Sperwer ontsnapten na 73 jaar in 1668. Sindsdien dommelde Korea weer in besloten in zichzelf om pas twee eeu wen later te worden wakker geschud. Begin twintigste eeuw door de verzetstrijder Yi Jun en later halverwege de twintigste een door de Koreaanse oorlog De tentoonstelling is op 16 april geopend door de ambassadeur van Zuid-Korea. 74

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2011 | | pagina 30