school. Met een stikkebul vol brood -in een krant verpakt - gingen wij van huis. Tussen twaalf en een uur konden we dit droog op eten. Het aantal leerlingen per klas was toen veel hoger als nu. Met 52 leerlingen in één klas kwamen wij op school. De juffrouw was een halfjaar later overspannen; toen heette dat: "Met de zenuwen te doen". De te grote klas was wel zeker de oorzaak hier van. Kleuteronderwijs hebben wij geen van allen gehad. Wel kregen de jon gens op de lagere school landbouwverlof voor de hooitijd of het aardappels rooien. De meeste jongens waren hier blij mee, hoewel zij er niet geleerder van werden. Men had ook andere vakken als nu: ca- techismusles was er één van. Dat was een boekje met waarheden en wetjes over het R.K.-geloof in de vorm van vraag en ant woord. Elke week moesten we een stel vra gen plus antwoorden uit ons hoofd opzeg gen, wat door veel kinderen als een straf beschouwd werd. Doorleren na de lagere school werd maar door weinigen gedaan. Oorzaak: het zelf moeten betalen en vele ouders zagen verlangend uit naar de tijd dat hun kinderen een betrekking kregen of thuis gingen meewerken. Er wordt te genwoordig veel gekankerd door leerlin gen en leerkrachten, maar ik denk dat het nu veel beter geregeld is dan toen wij in de schoolbanken zaten. Het eten en drinken in de jaren DERTIG Het was geen vetpot in die tijd. Vlees hoorde niet tot het dagelijks menu. Zelfs de pap als toetje ontbrak vaak. Het brood sneed moe altijd voor ons klaar. Zelf sme ren mocht alleen bij hoge feestdagen. Dat brood snijden deed moe op een bijzon dere manier: ze pakte een brood sloeg er met het broodmes een kruis overheen, drukte het brood aan haar borst en sneed zo de plakken er af. Toch kwamen er mooie rechte sneeje brood af. Van een Edammer kaas maakte ze altijd een half maantje. Ze hield hem niet vlak, maar holde hem gewoon uit. Met koken was moe net als vroeger bij haar thuis, altijd op tijd klaar en gaar. Ik zie haar nog staan achter bij de petroleumstellen, in de ene hand het dek sel en in de andere een vork om het pro duct op het deksel te proeven. Werd het gerecht goed gekeurd, dan werd het soms nog een uurtje in bed gezet. In de winter aten we nog al rijkelijk vlees. Pa slachtte in de herfst altijd een paar bokken of gei ten. Dat vlees werd dan in 't zout of onder het vet gezet. Het vlees smaakte goed, maar bij het slachten wilden we absoluut niet wezen. Fruit hadden we ook zelf. We waren zelfs zo rijk dat we ieder een boom hadden, de resterende twee bomen waren voor Sinterklaas en zwarte Piet, symbolisch natuurlijk. Het was fruit wat nu niet meer te koop is. De winterappels werden op zol der gelegd en wij bleven er gewoon af. Pa deed appels uitzoeken en hij pakte alleen die er uit waar een plekkie an zat. De goeie moesten zo lang mogelijk bewaard blijven en 's avonds schilde Pa ze en kregen we om beurten een paar stukken. We kregen ook wel koffiegasten in de winter. De buren werden dan om beurten uitgenodigd voor een avondje. Ze kregen dan koffie plus een boerengreep uit het trommeltje met al- lerhand en chocolademelk toe, waar wij 's morgens de rest van mochten opdrinken. Met koffie en thee tappen was moe niet benauwd. Er ging bijna niemand het erf af voor hij iets gedronken had. De bakker en de winkelier stapten via de koegang zo de kamer binnen, pakten een stoel en gingen aan tafel zitten. Het laatste nieuws was dan natuurlijk belangrijk. 70

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2011 | | pagina 26