De Maria-verering
De oorsprong van de Maria-verering ligt al
in de eerste eeuwen van het christendom.
In 431 werd in Efese de positie en rol van
Maria binnen de kerk officieel vastgelegd
tijdens een concilie. Maria moest gezien en
geëerd worden als Moeder Gods. Hiermee
werd positie gekozen tegen de patriarch
van Constantinopel, die Maria als de moe
der van de mens Jezus zag.
Naast de verering van Maria bleven
heidense gebruiken gehandhaafd. In
Schermerhorn werd in de i8e eeuw een
jong meisje verkleed als pinksterbruid
of pinksterblom rondgedragen, net als
een Mariabeeld tijdens een processie. De
maagdelijke pinksterblom symboliseerde
vruchtbaarheid.
De Maria-verering begon in Noord-Hol
land later dan elders. De Romeinen waren
niet noordelijker dan Velzen gekomen, het
christendom werd in onze streken ver
spreid door Willibrord en zijn volgelingen.
Willibrord stichtte onder meer de kerk in
Heiloo, het Mijzenkerkje is hiervan een
dochterkerk (aan het eind van de tiende
eeuw gesticht). Of in de eerste periode de
verering van Maria een rol speelde is niet
bekend. Later ongetwijfeld wel, in de tijd
dat onder meer gravin Margaretha van
Kleef ter bedevaart ging naar het Mijzen-
kapelletje, in 1398. Zij kwam toen bidden
voor de goede afloop van de veldtocht van
haar echtgenoot, graaf Albrecht, tegen de
Friezen. Haar bedevaart sorteerde niet veel
succes, maar dat terzijde.
De Mijzenkapel staat op de lijst van be
devaartplaatsen die door het Meertens
Instituut is samengesteld. Dat betekent
dat aan de volgende voorwaarden was
voldaan: er moest een sacrale ruimte zijn
die door de bezoekers als buitengewoon
heilzaam werd ervaren en waarbij de bij
zondere aandacht uitging naar een be
paald 'cultusobject'. Bezoekers moesten
bezoekers een kortere of langere reis on
dernemen om de plaats te bereiken en aan
de reis moesten een of meer bedevaarttra
dities zijn verbonden.
Het cultusobject zal in aan Maria gewij
de kapellen vaak een Maria-beeld geweest
zijn. Het is zeer de vraag of het Maria-beeld
dat in dit artikel ter sprake komt het cultus
object was ten tijde van gravin Margaret
ha. Het beeld is namelijk gedateerd tussen
1450 en 1500, dus vijftig jaar later dan het
bezoek van Margaretha.
Het Maria-beeld, 'Maria van de Goorn'
of liever'Maria van de Mijzen'
62