Ome Co en tante Emmy van Jacobus (Co) Verhage en (H)emme- chien (Emmy) Bosma. Zie daar de oplos sing van de geschreven tekst. Wie de tekst achterop de kaart heeft geschreven wordt veel moeilijker want Jacobus was de jong ste zoon van Wolfert Cornelis Verhage en Janna Kouwen. Tien van hun veertien kin deren bereikten de volle wasdom, huwden en kregen kinderen, dus er waren kandida ten genoeg om de achterzijde van de kaart in te vullen. Van ome Co en tante Emmy is meer bekend. Co werd in Haamstede op Schouwen-Dui- veland geboren op 7 mei 1871. Hij was de jongste van de veertien kinderen die Wol fert Verhage en Janna Kouwen kregen. Er heerste crisis op het eiland en de armoe weelde tierig, ook in het gezin van Wolfert en Janna waar toen nog tien kinderen het huis vulden. Vader Wolfert was smid en moest leven van het weinige smeedwerk wat hem werd aangeboden en het beslaan van paarden. In benauwde tijden werd de hoefsmid nog wel eens overgeslagen en versleet men de hoefijzers liever wat meer of ze moesten al verloren gaan. De drie jongens binnen het gezin traden allen in het voetspoor van hun vader en werden van smidsknecht ook (hoef)smid. Daar mee werd de spoeling nog dunner en kon niet blijven voortduren. De twintig jaar oudere broer van Co was voorbestemd om zijn vader op te volgen en deze Cornelis zou weldra een gezin vormen in Haamste de. Hij had bovendien een bijbaantje als kustlichtwachter en kon aanvankelijk met beiden zijn boterham verdienen. Maar zijn jongere broers Johannis (Jan) en Co moesten omzien naar een nieuwe plek en mogelijkheden, waarbij werd gedacht aan emigratie. De meeste emigranten waren landbou wers die door tegenvallende en mislukte oogsten noodgedwongen huis en haard achterlieten en voornamelijk naar de Ver enigde Staten vertrokken. Uiteindelijk zou ook broer Cornelis de grote emigratiestap nemen en in 1891 met zijn gezin naar Amerika vertrekken. Het emigratiepatroon van Schouwen- Duiveland week overigens af van het al gemene Zeeuwse emigratiepatroon. Hal verwege de 196 eeuw vertrokken nog een kleine 2000 Duivelanders naar elders. Maar hun aantal emigranten nam gestaag af tot slechts enkele honderden tot voor de Eer ste Wereldoorlog. De directe ligging onder de rook van Rotterdam was daar de reden van en bood genoeg alternatieve werk gelegenheid, doch kennelijk niet voor de broers Verhage. Zij hadden als smeden iets anders op het oog. Zuid-Afrika De emigratie naar Zuid-Afrika was altijd van geringe omvang geweest. De taal en de aanwezigheid van een oud-Nederland se cultuur onder Boeren (Voortrekkers) in hun republieken Oranje Vrijstaat en Transvaal bleven zorgen voor een gestage kleine stroom van landverhuizers. De ont dekking van diamant bij Kimberley (1867) in Oranje Vrijstaat en goudaders bij Johan nesburg (1886) in Transvaal brachten daar verandering in. De Britten zagen daar aan leiding in om de Boeren wederom te gaan onderdrukken zodat deze zouden ver trekken, zoals hun vroegere 'Voortrekkers' vanuit de Kaap gedwongen werden naar het noorden te trekken. Of zoals president Paul Kruger het zei: Die Boerevolk het met sy sweet en bloed ons land bewerk, bewoon en bewaak en met elke tree wat hy vorentoe ge beur het, het die Engelse agterna gekom en 8

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2011 | | pagina 8