NIEUW BOEK IN DE MUSEUM WINKEL
Warmte op het ijs, 125 jaar Rijper
IJsclub
"Warmte op het ijs"
125 jaar
er IJjchw
In het verstilde landschap staan,
kerktorens als bakens opgesteld.
Soepel trekt de schaatskaravaan
Als een slingerend lint door het
veld.
Dit gedichtje schreef Gerda
Hooyberg in 1987 toen ze voor
het eerst de Eilandspoldertocht
had geschaatst. Die tocht wordt
traditioneel georganiseerd door de Rijper
ijsclub die dit jaar 125 jaar (ja: honderd vijf
entwintig jaar) bestaat. Een vereniging die
leeft in het hart van vele oude en jonger
Rijpers.
Weemoed, warmte en welstand zijn drie
sleutelwoorden die van toepassing zijn op
de prachtige jubileumuitgave van de Rij
per ijsclub.
'Weemoed' omdat het boek vol staat
met foto's uit het (recente) verleden en de
tekst de sfeer van de jaren vijftig en zestig
van de vorige eeuw op onovertroffen wijze
oproept. Zo staat op bladzijde 12 zo maar
bij een foto de bijnamen van Rijper'baby
boomers': Pino, Aansi, Tamme, Poetsie en
Bora. Bijnamen duiden op een hechte ge
meenschap. De Rijp was het toen en is het
nu nog. Anders was dit mooie boek niet tot
stand gekomen.
'Warmte' omdat uit de teksten en de
foto's het enthousiasme voor het ijsver
maak er af spat. Warm is ook de aandacht
voor de oudere dorpsgenoten, zoals de
bejaardentocht over het ijs in 1963. Het is
een sport voor iedereen of je nu aanstaand
schaatskampioen was of krabbelaar zon
der toekomst in deze (zoals ik zelf).
'Welstand' niet omdat het om rijkdom
of geld gaat, maar om innerlijke welstand:
met elkaar op het ijs puur voor het plezier
met een eigen balspel en eigen toertoch
ten. Het is echt iets voor iedereen. Het jaar
1963 met de strengste winter sinds tijden
was een hoogtepunt, met onder meer het
optreden van Anneke Grönloh en de lan-
gebaanwedstrijd in Graft die een week la
ter plaats vond en waarbij Kees Verkerk en
Ard Schenk winnaars waren. Het zou het
begin zijn van hun schaatscarrière.
Het boek staat vol met nostalgische
anekdotes en teksten, zoals de bijdrage
van Anna Eggers waarin ze vertelt over
haar droom: te schaatsen op die mooie
witte kunstschaatsen.
Het boek zelf begint bij het begin: de
oprichting in 1886 van een ijsclub die noch
katholiek, noch christelijk was, maar open
stond voor alle gezindten. Daarna volgt in
vogelvlucht de geschiedenis. De schrijvers
zijn daarbij geholpen door vele leden die
uit oude schoenendozen foto's en teksten
hebben bijgedragen, omdat het oude ar
chief in 1976 bij de brand in de schuur van
Nico Vredevoort zo goed als verloren was
gegaan.
Aparte hoofdstukken worden gewijd
aan de winter van 1962/63, de Eilandspol
dertocht, opslag van de attributen, koek
en zopie, de verlichting van de ijsbaan,
ijsbalgooien, midwinterfeesten, wedstrij
den en bestuursactiviteiten. Het laatste
hoofdstuk (bijna 1/5 van het boek) behan
delt de vraag: Wat doet de ijsclub in de
zomer? Welnu, een hele boel. Dat valt al
lemaal te lezen in dit boek voor Rijpers en
door Rijpers en dat gesubsidieerd wordt
niet alleen door de ijsclub zelf, maar ook
door een stichting die nauw verbonden is
met water, walvis en ijs: Jan Boon. Dit vi
sitekaartje van Rijper gemeenschapszin is
te koop in de museumwinkel voor 15,—.
Eerlijk gezegd, geen geld.
Herman Meddens
JL*