deskundig archiefwerk van Martien Ver
kerk en de verzamelde herinneringen door
Trijnie de Rooij.
Verkerk geeft een overtuigende recon
structie van de (bouw)geschiedenis van
de kerk. Hij laat de lezers de originele
prenten en documenten zien, zodat deze
als het ware zelf over de schouders van
Martien Verkerk mee kunnen kijken en
ontdekkingen kunnen doen. De kerk die in
1647 ontstaat door de verbouwing van de
school die op zijn beurt waarschijnlijk een
verbouwd huis was. In 1649 hebben West
en Oost-Graftdijk onderling en eerlijk de
kerkelijke goederen verdeeld en gaan de
twee gemeentes elk een eigen weg. On
geveer 150 jaar later gaan beide gemeen
tes weer samen, althans doen samen met
één predikant in plaats van elk een aparte
predikant. Vanaf 1955 doen Oost-Graftdijk,
West-Graftdijk, Graft en De Rijp samen met
één predikant. Behalve de bouwgeschie
denis (zoals je dat mag verwachten van
een bouwkundige) leest u ook het een
en ander over problemen en menselijke
drama's, zoals het afzetten van de domi
nee in 1836 wegens dronkenschap. Deze
MSVD (Minister Sanctum Verbum Domini
Bedienaar van het Heilig Woord des
Here) was inmiddels al 13O) jaar dominee
te Graftdijk. De classis Alkmaar zet hem
af wegens dronkenschap en vermeldt en
passant in haar rapport dat zij geen uit
spraak wil doen over zijn vermeende bui
tenechtelijke relatie.
Door het transparante karakter van de
tekst blijven er ook vragen open. Zo is er
de wonderlijke aanwas van kerkleden na
1644: waar komt die vandaan? Ging dat ten
koste van bijvoorbeeld Doopsgezinden?
Wat is de rol van de zogeheten liefheb
bers?
En de tekst van het glas naast de preek
stoel is een cryptogram die niet zo gemak
kelijk te verklaren is:
Die niet en zondigt in 't minst nog meest
En niet en sprak als door Gods geest
de vraag is deze,
of hij ook zalig zal wezen
1647.
In Noord-Holland was men gekop dit soort
'rebus'-teksten, maar ze zijn niet altijd ge
makkelijk te verklaren!
De herinneringen van Trijnie de Rooij
vormen de petit-histoire van de kerkelijke
gemeente: het verhaal over de organiste
die het 60 jaar trouw vol hield, dezondags-
school, de vliegenplaag, de laatste domi
nees, het kransje en de catechisatie. Ont
roerend bijna is het verhaal over de veiling,
een gewoon initiatief dat het voor die tijd
grote bedrag van 15000 gulden opbracht.
Dat brengt me op de gedachte dat de ker
kenraad goed moet zorgen voor de histori
sche interieurstukken. De kerk is verkocht,
de inboedel toch hopelijk niet.
Een mooi kleinood, dit boekje over het
bescheiden, maar o zo belangrijke gods
huis van Oosterbuurt. Een boekje dat met
recht een aanwinst is voor onze museum
bibliotheek.
Herman Meddens
40