Je draaide aan de slinger en je wachtte tot Spaarman of Hottentot opnam. Dan was het niet nodig het nummer te noemen, maar je noemde eenvoudig de naam van wie je wilde bellen, en je werd ter stond doorverbonden. Want zij kenden alle nummers in de Rijp en Graft uit hun hoofd. Natuurlijk konden ze vrolijk meeluisteren met de gesprekken die je voerde, maar uiteraard mochten ze daar geen mededelingen over doen. Echt vertrouwelijke gesprekken voeren over de telefoon deed je dus niet, want je had er geen behoefte aan dat anderen dat hoor den, ook al wist je dat er een zwijgplicht bestond. Vooral Daan Spaarman was daar heel precies in. Slechts één keer vergaloppeerde hij zich. Ik had in 1939 toelatingsexamen gedaan voor het gymnasium in Alkmaar, en ik was geslaagd. Dat moest ik natuurlijk terstond aan het thuisfront melden. Vanuit het Alk- maarse postkantoor vroeg ik verbinding aan met De Rijp nr. 31, en daarna kon ik het blijde nieuws aan mijn vader vertellen. Des avonds was er een vergadering van de doopsgezinde kerkenraad en Spaarman kon het niet nalaten mijn vader te felicite ren. Ook hij had kennis genomen van mijn vrolijke tijding. Telegrammen werden toen ook eerst eenvoudig door de telefoon voorgelezen vanuit het postkantoor. Uren later kwam dan de besteller het mooi dichtgeplakte exemplaar aan de voordeur afleveren. Meestal ging het om gelukstelegrammen bij verjaardagen, dus het had ook geen haast. Zoals de postbestelling toen verliep, daar kun je nu alleen maar van dromen, 's Morgens rond 8 uur was er de ochtend bestelling en 's avonds om een uur of 7 kwam de avondbestelling, behalve op za terdag. Dat was vooral belangrijk voor de kranten, want zo konden we toch op tijd het Algemeen Handelsblad ontvangen. Daarvoor was in het dorp geen aparte krantenbezorger, zoals wel voor Het Volk. Dat werd elke morgen in een dik pak uit de eerste bus vanuit Purmerend op de hoek van het Oudelandsdijkje gesmeten, waarna de bezorger zijn ronde kon beginnen. Hetzelfde gebeurde in de late middag met De Telegraaf, want ook die werd toen veel gelezen in De Rijp. Trouwens, ook met de bus kwam de postzak met post voor de ochtendbestel ling en later op de dag voor de avondbe stelling. Dat was al een hele vooruitgang, want ik heb horen vertellen dat voordat er een bus of tram reed vanuit Purmerend, de vader van de toenmalige postbode De Jong, elke dag te voet naar Purmerend trok om de post op te halen. Opa De Jong woonde toen nog in het laatste huisje aan het Rolderspad. Ik heb het toen al onder de sterke verhalen gerangschikt, waarvan hij er meerdere in voorraad had. Volgens mij bestond toen de fiets allang! Misschien dat de vader van opa De Jong wel te voet moest, maar dat weet ik dan niet. Aangezien er vrij veel kranten per post naar de abonnees werden verzonden, was het postkantoor op zondagmorgen van half 9 tot 9 uur open voor degenen die hun avondkrant van de zaterdag toch nog wil den lezen, en die niet wilden wachten tot de bestelling van maandagmorgen. Vaak ben ik er op uit gestuurd om op zondag ochtend de krant op te halen, want dat was het uur dat mijn vader bezig was zich te concentreren op de kerkdienst, die hij die morgen om 10 uur moest leiden. Als dan om 10 uur de dienst begon was ook Daan Spaarman present en hij liep mee in de zwarte processie die mijn vader naar de preekstoel begeleidde. Ook daar was hij heel punctueel in. Hans Keuning 32

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2011 | | pagina 32