nomen bij de Hollandsche IJzeren Spoor weg-Maatschappij. Hij vestigde zich op 6 november 1900 aan de Snaarmanslaan W 18 in Alkmaar. Hier werd op 20 maart 1901 dochter Biefka te vroeg geboren. Gezien de geboorte van haar zus, vijf maanden eer der, mag het een wonder heten dat Biefka op 28 april 1901 pas overleed. Co kreeg een andere standplaats en vertrok op 31 mei 1901 naar Velsen waar verschillende aftak kingen naar de haven van IJmuiden en de papierfabriek van Van Gelder (gestart in 1896) een betere werkplek bood. In Velsen vond ook de geboorte van dochter Biefka plaats op 25 september 1902. Van zijn broer Jan werd niets meer vernomen terwijl hij toch Co z'n spullen zou beheren, die een stille hoop had ooit eens terug te keren. Die hoop leek verkeken want na enige ja ren in Velsen te hebben gewerkt keerde Co toch weer terug in z'n vak en kocht hij in 1903 een woonhuis/smederij met overtuin in West-Graftdijk op nummer 118. Het huis en smederij van Co en Emmy, naast café Vislust, gezien vanaf de overzijde van het Noord-Hollands kanaal (foto van na de 2e W.O.). De mare was hun vooruit gesneld dat zij uit Zuid-Afrika waren gekomen, en West-Graftdijk liep uit om ze op te wach ten, benieuwd of er ook 'zwartjes' waren meegekomen, maar dat viel tegen. Toen in 1905 's werelds grootste diamant, de Cullinan, in de Premier mijn van Transvaal werd gevonden kon Co niet nalaten om te zeggen: daar ben ik nou zonder het te weten ieder dag langs gereden. Op maandag 26 augustus 1907 completeerde de geboorte van Martina Verhage het gezin van Co en Emmy en werd het tijd voor de foto welke in het begin van dit verhaal is weergege ven. Het leven van Co en Emmy kwam in een rustiger vaarwater. Dochter Emmy ging, na enige tijd als dienstmeisje te hebben ge werkt in De Rijp (1919), 's-Gravenhage en Beilen (1920), de kraam in. Emmy was de baker uit het begin van dit verhaal en is op 15 november 1965 in het Centraal Zieken huis te Alkmaar overleden. Wolfert werd smid en ging in 1921 naar Naaldwijk en ver volgens naar Benningbroek, huwde met Dieuwertje Avis en kreeg twee kinderen (Emmy en Klaas), hij overleed op 15 juli 1984 te Spanbroek. Zoon Irso werd ook smid en volgde zijn vader op in de smederij, daar naast was hij elektricien, meteropnemer en fietsenverkoper. Hij huwde met Guurtje Prins en kreeg vier dochters (Emmy, Gera, Janna en Henny) en overleed op 17 novem ber 1967 te West-Graftdijk. Het interieur van de smederij van Co 15

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2011 | | pagina 15