w BOEK UIT DE MUSEUMBIBLIOTHEEK Een spiksplin ter nieuw en zeer oud boek MmÊêB aar Spitsbergen 'Op walvisjacht naar Spitsbergen' Het Memoriaal en Journaal van 1775 -1778 van FeddeJansz. Visser. Een van de schatten van ons museum is het om vangrijke handschrift van Fedde Visser (1755 - 1830). Als jongen van 19 voer hij in 1775 op de walvisjager 'Weltevrede' naar Spitsbergen. Re der was Simon Beets en commandeur was Cor nells de Leeuw. In 1776, 1777 en 1778 maakte hij nog drie reizen, waar van hij een dagregister bijhield. Fedde Visser is altijd in De Rijp blijven wonen. In 1785 volgt hij zijn schoonvader op als beurtschipper of veerschipper op Alkmaar. Dit gegunde beroep heeft hij uit geoefend tot zijn dood in 1830. Vorige maand is een uitgave verschenen van zijn Memoriaal en zijn drie journalen. De omslag vermeldt geen auteur, terwijl de schrijver toch onze latere Rijper beurt schipper Fedde Visser is. Slechts de naam van de inleider siert kaft en titelblad. De in leiding van Louwrens Hacquebord is zeker interessant en lezenswaardig. De aandacht gaat toch uit naar de authentieke tekst van Visser die er geen twijfel over laat bestaan dat hij zelf de auteur is, want geregeld on dertekent hij een tekst of gedicht met zijn naam: Fedde Jansz Visser. Het Memoriaal is een beschrijving van Spitsbergen en omgeving. De journaals of dagregisters zijn vrij technische beschrij vingen van weer, wind en vangsten. Het zijn natuurlijk de kleine menselijke ge beurtenissen die ons een prachtig inkijkje gunnen in het leven op de walvisvaarder. Zo schrijft hij dat Cornelis Poest op 24 april zijn muts kwijt raakt toen hij een rif in het grootmarszeil stak en dat ze op 14 juni bokje springen op het ijs, omdat het schip toch niet vooruit komt. Hij beschrijft hoe ze honderden eieren vinden en dat ze op de terugweg een maaltje vis krijgen van een haringvisser die langszij komt. De drie reizen duren 16 tot 18 weken. Commandeur De Leeuw zorgt er voor steeds op tijd (begin augustus) terug te zijn. Hij zou anders kunnen invriezen met alle gevolgen van dien. Overigens raakt het schip wel enkele malen omgeven door ijs en ijsschotsen. De spelling van Visser is karakteristiek. In zijn tijd bestonden er geen spellingre gels (die zouden pas 80 jaar later worden uitgevonden) en dat valt op. Hij schrijft dat het regenachtige weer 'buidig' is en 'ver- selt' gaat van hagel. Het woord 's avonds schrijft hij consequent als 'savons'. Hij heeft veel woorden voor de ijzige koude: mooie couwe, stijve couwe, harde couwe, afnemen de couwe, aannemende couwe, hantsaame couwe, dunne couwe, brave couwe, bitter cout, mooi stil weer maar cout, smorgens nogal hetselve bitter coudt, men con meest niet schrijve soo cout was het (op 23 mei 7776). Ook heeft hij veel woorden voor ijs en ijsschotsen. Dat Fedde Visser een vroom man was, blijkt uit veel vermeldingen, zoals ...en krege de vis door Godes segen doot.Wij hoope dat die goede Godt die al les in sijne hant heeft ons verder sal helpe en 226

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2010 | | pagina 52