De dia staat hieronder afgebeeld. De uitleg
is de kopie van een bladzijde uit'Gasbron
nen uit Noord-Holland'. Dit omdat uw ver-
slagmaker het niet zodanig genotuleerd
had dat hij een verantwoorde uitleg kon
produceren. Natuurlijk met toestemming
van de spreker.
'De eigenlijke gasbron is een pijp in de
grond, meestal een meter of dertig lang,
met gaatjes onderin waardoor vanzelf
water omhoog komt. Dat water bevat on
geveer 10% methaan, dat er aan de opper
vlakte borrelend uitkomt. Het gas wordt
opgevangen onder een soort grote ijzeren
emmer die op z'n kop in het water steekt.
In de bodem van die emmer, bovenop
dus, zit een pijpje waardoor het gas met
een slangetje naar het huis wordt geleid.
Het water loopt weg naar de sloot of wordt
gebruikt als drinkwater voor de koeien.
Vroeger werd het water ook gebruikt om
melk en boter te koelen. Het water komt
vanzelf omhoog omdat het land in de
polder onder zeeniveau ligt. Het gas komt
vanzelf vrij uit het water doordat de druk
op het water afneemt als het stijgt. Op
dertig meter diepte is de druk vier atmo-
Hoorn 1955. Het einde van de gasverlichting die in sfeer, aan de oppervlakte nog maar één.
1857 begon.Uit: 'Gasbronnen in Noord-Holland' Bij een lagere druk kan het water minder
gas bevatten. Lang niet al het gas komt
De eerste gaslamp leek op de kaars en onmiddellijk vrij. Om te voorkomen dat de
de olielamp. De vlam ontsproot aan een rest met het water in de sloot belandt en
gaatje. Om meer licht te krijgen werd het dan later de lucht in gaat, wordt het water
gaatje verbreed tot een spleet. Dit gaf een eerst over een sproeier geleid. De emmer-
platte, waaierachtige vlam: de vleermuis, op-z'n-kop is dus de ketel waarin het gas
Daarna kwam de uitvinding van het gloei- wordt gevangen. Oorspronkelijk werd het
kousje, in 1886 gedaan door de Oostenrij- daarin ook opgeslagen. Daartoe moet de
ker Carl Auer von Welsbach. ketel vrij op en neer kunnen bewegen in
het water. Hoe meer gas, hoe hoger de ke-
tel staat. Het water vormt de afsluiting van
De werking van een gasbron onder. Is de ketel vol dan borrelt het extra
gas vanzelf aan de onderkant weg.
Uiteraard gaf Douwe Bartstra uitgebreid Later ging men er toe over om de opslag
uitleg over de werking van een gasbron apart te houden. De opslagketel is een be-
aan de hand van een dia die hij vertoonde. trekkelijkgrootding.Dedoorsneeisalgauw
termen de grote ketel, D.B.). In dezen staat
het als het ware wachtende en gereed om
voort te vliegen tot welk eenen afstand
men verkiest, en zoo de leipijpen strekken'.
En: 'bij het branden van het gas komt geen
lastig afsnuiten, zoo als bij kaarsen, of op
haling der pitten en aanvulling met olie te
pas'.
Gasfabrieken waren particuliere onder
nemingen en leverden in eerste instantie
aan particulieren. Amsterdam nam pas na
1840 proeven met openbare verlichting op
gas. Alkmaar kreeg zijn eerste gasfabriek in
1853, Hoorn in 1857 en Purmerend in 1859.
207