DOUWE BARTSTRA OVER GASLICHT UIT'BRANDBAAR WATER'
Op donderdag 21 oktober vond, in de kerk van West-Graftdijk, onze najaarslezing plaats.
Ruim 50 personen waren naar de kerk gekomen om het verhaal van Douwe Bartstra, de au
teur van 'Gasbronnen in Noord-Holland. Van 1895 tot heden' te horen, om te genieten van de
afbeeldingen die hij erbij toonde en om de door hem meegenomen voorwerpen te bekijken.
Het was een zeer geslaagde presentatie van een enthousiast en deskundig spreker over een
boeiend onderwerp. In het onderstaande verslag worden de punten die de spreker naar vo
ren bracht gevolgd. De tekst komt óf uit de tijdens de lezing gemaakt notities, óf uit het boek
'Gasbronnen in Noord-Holland'.
Iets over de geschiedenis
Douwe Bartstra vertelde uitgebreid over
de geschiedenis. De eerste en meest revo
lutionaire toepassing van het gas was in de
190 eeuw het gebruik voor verlichting. De
uitvinding dateert van geruime tijd daar
voor. Jan Pieter Minckelers, hoogleraar in
Leuven en afkomstig uit Maastricht, destil
leerde in 1783 gas uit steenkoolgruis. Een
klein beetje, hij deed het in de loop van
een geweer. Een jaar later bracht hij licht in
zijn collegezaal met deze'brandbare lucht'.
Het woord gas is afkomstig van een Zuid
Nederlander, Johan Babtist van Helmont,
geboren in Brussel in 1577. Hij verbrandde
71 pond houtskool en hield er één pond
as aan over. De 'spirit' was volgens hem
Douwe Bartstra
uit de houtskool vertrokken. Misschien is
het woord 'gas' afkomstig van het Vlaamse
woord 'geest' voor 'spirit'. Het kan ook zijn
dat hij het woord 'gas' ontleende aan het
woord 'chaos', slaande op de chaotische
structuur van gas.
Bernardus Koning, dominee uit Akers
loot verbeterde het gaslicht. Hij toonde
één en ander door middel van een proef
opstelling van ongeveer 40 lichtpunten in
de grote zaal van het Oude Mannen- en
Vrouwenhuis aan de Amstel in Amster
dam. Dominee Koning beschreef het tref
fend: 'als het gas gestookt is, en zelfs onder
het stoken van hetzelve, is het redelijk al
geschikt ter verlichting. Doorgaans wordt
het opgevangen in eenen gazometer of
ontvanger (de gashouder of in brongas-
206