vaart. Echter, niets bleek minder waar. Van
Braam werkte op kalkoven De Dillenburg
en naar verluidt dankte hij zijn bijnaam
aan het zingen van het welbekende Sin
terklaasliedje wanneer hij te veel geestrijk
vocht tot zich had genomen. Hij was actief
in de plaatselijke politiek voor de S.D.A.P.,
en later bode voor de gemeente.
De laatste uit het rijtje, Wilhelmina -afge
kort tot Wil- was zijn dochter die, als ze het
zelf niet hoorde/Wil Hol', werd genoemd. Ik
kan me haar niet heugen, maar het schijnt
dat haar tegenkomen zonder gebit en met
wild kapsel, bij sommigen een schrikreac
tie teweeg kon brengen. Verder is er van
haar bekend dat ze rond 1935 trouwde met
ene Nic Stam uit Wormer. Ze had ook een
dochter -Linda- maar of zij voortkwam uit
dit huwelijk is onduidelijk, omdatzij ergens
in de jaren vijftig werd geboren.
Natuurlijk was er ook een moeder Van
Braam. Ik weet dat ze Aaltje heette, maar
haar verdere wel en wee is voor mij in ne
velen gehuld gebleven. Dit gold eveneens
voor het huis; het kwam op een gegeven
moment leeg te staan, maar of dat was na
het overlijden van Dirk en/of zijn vrouw, en
wanneer dat was, is één groot vraagteken.
Zeker is wel dat, toen het Heikeshof werd
opgeleverd in 1969, Wil van Braam en haar
dochter daar nog een tijdje gewoond heb
ben, voordat ze vertrokken naar Purme-
rend of de Zaanstreek. Het huis leek het
zelfde lot beschoren als de twee eerder
behandelde huizen, namelijk; sloop. Toch
zou het anders worden. Ik kom hier in een
later hoofdstuk op terug.
Rond 1937 woonden Klaas Woestenburg
met zijn gezin -ik schreef er al iets over in
deel I- op Vlaander 2. Dit huis was eigen
dom van mijn overgrootvader Cees -de
Neus- Nibbering, wat hem dus huisbaas
maakte. Misschien ontbrak het hem aan
de middelen, maar feit was wel dat hij
zich niet altijd even serieus kweet van zijn
taak. Onderhoud stond klaarblijkelijk niet
bovenaan het lijstje. Dit leidde tot onenig
heid, wat voor Cees aanleiding was om van
zijn kant de huur op te zeggen. Duidelijk
was dat hij hiermee niet voor de schoon
heidsprijs ging en omdat een geschil
lencommissie voor huurders nog niet be
stond, was Klaas genoodzaakt een ander
onderkomen te zoeken.
Woning van Nic. Leg uit, bewoond door de Fam.
Woestenburg; 1956.
De oude Klaas Woestenburg heeft gewe
ten wat armoede was. Al rond 1920 kon hij
het als zelfstandig tuinder niet meer bol
werken en ging zijn bedrijf over de kop. Na
dit debacle ging hij in het losse agrarische
werk, maar tot overmaat van ramp raakte
hij ook nog eens geïnfecteerd met TBC.
Het aantal te voeden monden echter, bleef
onverminderd tien; er moest dus brood op
de plank komen. Zo ziek als hij was ging hij
toch uit venten met een karretje 'negotie'
zoals dat heette. Negotie, dat door de ge
middelde Rijper veelal uitgesproken werd
als 'negoosie' bestond uit kaartjes draad,
knopen, veiligheidsspelden en dat soort
185