Molensentiment
Natuurlijk beseften dijkgraaf, heemraden
en hoofdingelanden dat heel goed. Zij
waren zeker gehecht aan de molens die
de Schermer 300 jaar lang droog hadden
gehouden. Hoofdingeland M.N. de Koning
besloot in augustus 1930 iets te onderne
men. Tijdens de vergadering van hoofdin
gelanden van 28 augustus in het bekende
Noorderpolderhuis langs de dijk even be
noorden Schermerhorn kwam hij tijdens
de rondvraag met een voorstel. De Koning
gaf in overweging 'een schilderstukje of zoo
iets' te laten maken van de twee grote mo-
lengroepen tussen Westgraftdijk en Drie
huizen en Schermerhorn en Ursem. Dat
was toen nog net mogelijk. De schilderijen
konden in de herenkamer van het polder
huis aan de wand worden gehouden opdat
het oude beeld van de Schermer voor het
nageslacht behouden bleef.
Volgens het verslag van de
vergadering in de Alkmaar-
sche Courant ontstond er al
direct enige discussie. Heem
raad D. de Boer Dz. Vond
foto's een beter idee, die
gaven een beter beeld. Een
andere heemraad, C. Kramer
Glijnis, verklaarde zich tegen
foto's omdat die niet blijvend
waren. Dijkgraaf P. Couwen-
hoven zegde een nader on
derzoek door het dagelijks
bestuur toe.
Het genoemde verslag in
de krant trok de aandacht
van de in Bergen gevestigde
kunstschilder Arnout Colnot (1887-1983).
Hij schreef direct een brief aan het bestuur
van de Schermer waarin hij de aandacht
op zijn persoon vestigde. Colnot meldde
dat hij al diverse onderscheidingen voor
zijn werk had ontvangen en het in diverse
musea te zien was. Als referentie gaf hij de
journalist D.A. Klomp van de Alkmaarsche
Courant op. Klomp mag een kenner van
de ergense School worden genoemd. Hij
publiceerde in 1943 de nog steeds waarde
volle studie In en om de Bergensche School
waarin een serie kunstenaars uit het dorp
en hun werk wordt voorgesteld.
Colnot's brief werd op 1 september door
het dagelijks bestuur van de Schermer be
sproken. Heemraad De Boer had opnieuw
kritiek. Hij wilde eerst wel eens zien wat
Colnot had gepresteerd en herhaalde zijn
al tijdens de vergadering van hoofdinge
landen gemaakte opmerking dat ...nogal
eens molens geschilderd worden met roeden
die de verkeerde kant omdraaien en dergelij
ke wonderlijke gebrekenEen besluit werd
niet genomen. De heren verwachtten na
melijk dat zich nog wel meer gegadigden
voor de opdracht zouden melden.
A. Colnot voor het schilderij 'molen in de
sneeuw', ca 1925. Deze foto verscheen in het
geïllustreerd tijdschrift ter gelegenheid van een
expositie van Colnot's werk in het Stedelijk Mu
seum in Alkmaar. Collectie Regionaal Archief
Alkmaar.
131