Noordeinde.
Dit duurde tot de separatie toe (in 1605) en
is het nieuwe raadhuis van Graft gebouwd
in het jaar 1613. Vele huizen in Graft en de
Bangert werden in die tijd getimmerd.
In het Noordeinde van Graft, aan de Hoge
Zij halverwege van zuid naar noord, om
streeks nummer 15, leefde een timmer
man genaamd Albert Pietersz (1570-1636).
Zijn zoon Pieter Albertsz (1595-1653) was
eveneens timmerman en beiden zullen
ongetwijfeld veel werk hebben gehad tij
dens de uitbreiding van het dorp. Pieter
Albertsz was gehuwd met Marij Jans, wa
ren beide doopsgezind en woonden op de
Lage Zij, op of nabij de Schoolbuurt. Pieter
Plattegrond van
Detail van het raadhuis van Graft. Hier is het
koggeschip terug te vinden.
Albertsz werd in het jaar 1622 gekozen in
het dorpsbestuur als rooimeester. Deze
moest er op toezien dat men zich aan de
bouwvoorschriften hield en niet buiten de
rooilijnen bouwden (tegenwoordig zou
men dit een bouwopzichter noemen).
Jaarlijks werd er op de vrijdag voor pa
sen in Graft verkiezingen gehouden voor
de diverse ambten zoals schepenen, kerk
meesters, weesmeesters, rooimeesters,
weesvaders, molenmeesters etc.
Overigens werd zijn naam in de boeken
opgeschreven als Pieter Albertsz Trong en
het jaar daarna, in 1623 als Pieter Albertsz
Tronen. In het jaar 1629 en 1630 en 1633
werd hij wederom voor dezelfde functie
verkozen, ditmaal staat hij in de boeken als
Pieter Albertsz, Waar de toevoeging Trong
en Tronen vandaan komt is mij niet hele
maal duidelijk maar hier heb ik wel een
vermoeden over maar hierover later meer.
Ook participeerde hij in het Noordeinder
taanhuis en in een vaarhuis.
Pieter Albertsz en Marij Jans kregen in
totaal zes kinderen, drie dochters en drie
zonen. Een dochter overleed reeds op jon
ge leeftijd.
een Luifel waar de heren Schepenen hun
rechtsplaats hadden. Daarna is, tegen Graft
en de Rijp aan, op de grens van de ban een
nieuw raadhuis gebouwd, alwaar de dor
pen Graft en de Rijp'te recht kwamen'.
Ttfatthua
•'x'hvoHn