zuster trouwde nooit en zijn broer Wijnand
pas op latere leeftijd. Kinderen werden er
uit die verbintenis ook niet geboren. Bo
vendien overleefde Jan Boon Junior zowel
zijn broer als zuster. Hij bleef dus als laat
ste telg van het geslacht Boon over en het
door voorgaande generaties vergaarde
familiekapitaal kwam in zijn handen te
recht. Boon besloot dit vermogen tot nut
van De Rijp aan te wenden. Hij bepaalde
testamentair dat er na zijn overlijden een
NV opgericht moest worden die de ha
ringrederij en zijn andere bedrijven moest
continueren. De nieuwe onderneming was
ook gehouden alle takken van nijverheid
te ontplooien die gunstig werden geacht
voor de bevordering van de welvaart van
De Rijp.
Na de dood van Boon op 88-jarige leef
tijd in 1847 kwam deze Maatschappij tot
Bevordering van Nijverheid inderdaad
tot stand en zette nog ettelijke decennia
de haringvangst en andere bedrijven als
de touwslagerij voort. Bovendien nam de
Maatschappij in 1878 de gasfabriek in De
Rijp over. Met de afstoting van deze fabriek
aan het Gasbedrijf Zaanstreek-Waterland
in 1959 kwam aan de directe bemoeienis
met de economie van het dorp een einde.
Voortaan richtte de Maatschappij zich op
vermogensbeheer. In 1973 werd de NV om
gezet in een BV. Eerder al, in 1969, was de
Stichting Jan Boon voor charitatieve doe
len opgericht. De commissarissen van de
Maatschappij zijn tevens bestuurslid van
de Stichting.
Geertrui en Grietje Dolleboter in
HET WALHUIS
Jan Boon en zijn vrouw hadden een vaste
hulp in de huishouding. Het ging om Geer
trui Dolleboter. Haar vader heette Jan Dol-
fius alias Dolleboter. Hij was als Jan Boon
Junior doopsgezind en trad twee keer in
het huwelijk, de eerste keer in juni 1775 met
Anna Claas. Na haar dood hertrouwde Jan
in 1781 met Merijtje van Santen (ook wel:
Dekker). Uit dit tweede huwelijk werden
drie kinderen geboren waaronder op 2 fe
bruari 1794 de genoemde Geertrui.
Jan Boon Junior nam ook de twee jaar
oudere zuster van Geertrui in dienst. Die
heette Grietje. Van haar weten we dat zij
op 5 augustus 1809 in het huwelijk trad met
Jan Komen. Het echtpaar kreeg vier kinde
ren, twee zoons en twee dochters. Helaas
overleden de twee meisjes kort na de ge
boorte. De dood van haar man op 37-jarige
leeftijd op 1 februari 1822 was misschien
een nog zwaardere slag voor Grietje. Zij
was nota bene enkele weken eerder, op 6
januari, bevallen van haar vierde kind, een
zoon geheten Jan. Grietje bleef achter met
deze baby en een ander zoontje, de in juni
1815 geboren Dirk. Die haalde als enige de
volwassenheid, want Jan stierf op 12-jarige
leeftijd in 1834.
Na het overlijden van Trijntje Lakeman in
1826 hielden Geertrui en Grietje -beide na
tuurlijk doopsgezind- het huishouden van
de kinderloze weduwnaar Jan Boon Junior
draaiende. Hij was ze daarvoor dankbaar
en vergat ze niet in zijn testament. Na
Boons overlijden bleek hij Geertrui be
dacht te hebben met een uitkering van
200 gulden per jaar gedurende de rest van
haar leven en '...het bed dat zij beslaapt,
met alles wat er toe en bij behoort, mits
gaders zes lakens, zes peuluwsloopen [pe
luw langwerpig onderkussen] en twaalf
kussensloopen'. Grietje ontving een legaat
van 100 gulden per jaar.
Maar er was meer. Hoogstwaarschijnlijk
woonde Geertrui onder één dak met Jan
Boon in bijvoorbeeld een dienstbodeka
mertje op zolder. Het feit dat zij geen eigen
bed bezat, wijst er immers op dat Geertrui
geen zelfstandig huishouden voerde. Mo-
109