De firma Kemmeren Van 't Hof werd dus
de sloper voor de kerk en de Fa. de Groot
en Zonen van de toren. De eerstgenoem
de firma had toch wat problemen met het
wegwerken van hetgeen overbleef. Zij
vroegen uitstel van oplevering en kregen
die tot 31 december 1951.
Daarna bleef, zoals in het bestek om
schreven, de zerkenvloer achter met de
gerepareerde omringende muur tot 30 cm
boven de zerken. Ter bescherming tegen
vallend puin e.d. was er 15 cm zand over
de zerken gestort waardoor de vloer daar
redelijk onder vandaan kwam. De zerken
zouden na de sloop zijn geëgaliseerd en
met een afschot van 6 cm over de breedte
zijn teruggelegd. Het westelijke deel van
de vloer waar geen zerken lagen, op de
plek van de ingang, consistoriekamer en
trapopgang werd bestraat met overge
bleven bakstenen uit de sloop. Verder zijn
slechts fragmenten van gebrandschilderd
glas overgebleven en
de windvaan. De wind
vaan, in eerdere bestek
ken weerhaan genoemd
(volgens Schuurman
was het een meermin),
was eerder opgevraagd
door het Zuiderzeemu
seum omdat het een
voorstelling zou zijn
van een walvisvaarder
en het daarom in hun
collectie zou passen. De
windvaan is behouden
gebleven en verplaatst
naar het weeshuis van
Graft en stelt geen wal
visvaarder, meermin of
haan voor maar (volgens
Leo den Engelse) Triton
met zwaard en schild.
Graft heeft met de De sloop in volle gang, zomer 1951.
sloop van zijn kerk veel Foto: Ab Jonkhart.
De deplorabele toestand van de Grafter kerk
voor de sloop. Foto: RDMZ1949.
van zijn aanzien verloren en hield slechts
een oude zerkenvloer over. Deze vloer was
na een halve eeuw ook niet meer om aan
te zien en dreigde hetzelfde lot als de kerk
te ondergaan. Maar gelukkig is deze met
veel steun van de dorpelingen en spon
soren weer helemaal in
orde gemaakt. De mu
ren zijn in 2007 geres
taureerd en met roest-
vaststalen platen bedekt
waarop de teksten van
de opgehoogde graf
zerken leesbaar worden
herhaald. Aan beide
zijden zijn haagbeuken
geplant welke de vroe
gere kerkmuren moeten
suggereren. En tenslotte
is pal onder de vroegere
toren een subtiele stilte-
belevingsplek opgericht
om samen te komen.
Het is te hopen en te bid
den, om maar in de sfeer
te blijven, dat deze nog
lange tijd zal meegaan.
Fred Floek
36
