kerkvoogdij 10-12 jaar ver waarlozing en aan te stu ren op een restauratie op kosten van anderen. Het uiterlijk werd afgekamd, de toren was een onaan zienlijk getimmerte en de eenvoudige bakstenen gevels leverde niet de minste aantrekkelijkheid op. Het interieur kreeg er ook van langs en was niet opvallend, maar de zerkenvloer werd echter als het meest waardevol gezien. Het dorpsbeeld was met de kerk maar ten dele gediend en bij IJspret 1942 op de Meersloot met op de achtergrond de Kerk van sommige fotografische Graft. Foto Piet Koomen, West-Graftdijk. de fundering op, maar kwam zo diep dat hij met behulp van een ladder uit de ga ten moest komen. De ontblote funderin gen konden echter worden onderzocht en in januari van het daarop volgende jaar werkte architect Saai in drie tekeningen de plannen verder uit, maar het kwam niet tot uitvoering. De door Monumentenzorg goedgekeur de restauratiekosten werden begin 1943 geraamd op 66.917,83. Het Departement van opvoeding, Wetenschap en Kuituur bescherming was in beginsel bereid te subsidiëren indien de Kerkvoogdij, de ge meente en de provincie mee zouden doen, respectievelijk voor 10-, 20- en 60%. Echter het was oorlog en men noemde het 'fictief' omdat aanstonds na het intreden van meer normale omstandigheden met het werk een aanvang gemaakt kan worden. Daar kwam nog bij dat het gemeentebestuur op 21 juli 1943 een schrijven richtte aan de Commis saris der Provincie Noord-Holland. De brief was niet mis te verstaan. Men verweet de beelden was de toren zelfs al uit beeld gehaald. Kortom de gemeente deed niet mee met het Departement en wist zijn centen wel beter te besteden. De kerkvoogden wisten genoeg en in 1946 worden verschillende interieurstukken verkocht waaronder het orgel voor 5.700 gulden aan Flentrop in Zaandam en de preekstoel, kerkbanken, doophek en 4 kronen voor 10.500 gulden aan de N.H. kerk te Maasland. Zes banken gingen naar de kerk van West-Graftdijk. In 1948-49 deed architectenbureau H. en AJ. Baanders en Jan Baanders uit Amsterdam, nog de laatste pogingen om op basis van een opdracht van 3 december 1947, nieu we restauratieplannen te maken. Het werd een kleinere kerk, eerst van 183.000 gulden en later nog een kleiner plan van 132.000 gulden. Men kwam uit met een verkleinde kerk van 150.000 gul den op een plattegrond van een uitgerek te achthoek met een waaierdak en in het midden met een ruitertje. Februari 1949 adviseerde gemeentearchitect De Jong het oude gebouw te slopen vanwege ge- 34

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2010 | | pagina 34