91 treden bij de klokken op de hoogste
verdieping van de stenen toren belandde
op een hoogte van 72 voet en 8 duim, dus
ongeveer 22 meter. Over welke voeten
moeten we hier praten, hanteerde de Alk
maarder Boomkamp de Alkmaarse voet
van 0,279 m, of hanteerde hij de algemeen
gebruikte Rijnlandse voet van 0,3139 m?
Als met gemiddeld 30 cm in de voet wordt
gerekend dan passen de maten in de kerk
met de gereconstrueerde zerkenvloer.
Vernieuwing van de houten toren
IN 1744
Kennelijk heeft de kerk niet te lijden gehad
van de brand van 1705 waarbij 43 huizen
in vlammen op gingen. De brand woedde
op afstand, in de buurt van het weeshuis
die daar ook niet aan ontkwam. Dus kon
restauratie van de kerk worden uitge
steld. Een uitstel die mede nodig zou zijn
geweest om geldelijk bij te komen van de
eerste veepest in 1713 die duurde tot 1720.
Maar op 12 maart 1744 was het weer zover
en kon door de kerkmeesters worden ge
stemd voor het bestek 1, verlagen, of be
stek 2, vernieuwen van de kerktoren. De
stemming viel uit ten gunste van de ver
nieuwing van de toren.
Abraham Kan, Jacob Schipper, Gerrit van
Tiel, Maarten 't Hart en Jan van Galen stem
den voor vernieuwing en Jan Blauw, Claas
Swaan en Cornelis Taams stemden voor
verlaging van de toren. Baltzer Smit schit
terde door afwezigheid. Er was ingeschre
ven door vijf aannemers: Gijsbert Bruyn,
Derk Kist, Derk de Goede, Arjan Vijzelaer
en Maarten Gout. Het werk werd gegund
aan Derk Kist voor een geschreeve Somme
van 345 gis. Hij moest gelijk in de maand
april beginnen met het werk en doorgaan
tot hij klaar was. Er was dus voor bestek 2
gekozen wat tevens de opbouw en inhoud
van de toren beschreef vanaf het stenen
onderstel Alles boven het stenen onderstel
moest worden vernieuwd of gerepareerd.
De onderste Coupe! met 8 stijlen van 13 voet
hoog, waarin de klok weer opgehangen
moest worden, alsmede de kleinere koepel
erboven met stijlen van 6 voet hoog met
daarop een Makelaar of spits na ordre van 't
werk te maken, mitsgrs: het IJser-Kruijs en de
weerhaan daarop te stellen.
Uitgesloten waren de leveranties van
spijkers, ijzerwerk, lood of metselwerk
t.b.v. van het in- en uitnemen van de klok.
Wel moest hij arbeid en gereedschappen
als stellingen leveren. Waren de uitgeslo
ten leveranties bestemd voor meestersmid
Baltzer Smit die in de smederij ten zuiden
van de dorpsherberg 'Het Moriaanshoofd'
woonde? Waar hier over één klok werd ge
schreven, schreef Gijsbert Boomkamp in
het voorjaar van 1740 over drie klokken en
dat klopte. De kleinste had een doorsnede
van 3 voet (84 cm) en droeg de tekst: F:
en P: Hemony me fecit Zutphaniae 1651, de
grootste had een diameter van ruim 4 voet
(114 cm) en droeg de tekst: ik roepen die
menschen om te Zijn berijdt, om te horen die
kragt God es ter saligheijt Eve ra rd us Splinter
me fecit Enchusiis ao: 1642. Deze twee klok
ken hingen boven de klokkenzolder in de
stenen toren. Een derde klok voor het slag
werk hing in de open lucht in de houten
'onderste Coüpel'en was onbereikbaar, de
tekst daarop is niet bekend.
Uit 1744 zijn een tweetal vrijwel iden
tieke prenten bekend. Een prent is onder
schreven door de jonge Hendrik de Win
ter (1717-1783) met het productiejaar 1744.
Hoogstwaarschijnlijk is de andere prent
ook van zijn hand. De prenten lijken vanaf
de Miewijdt te zijn gemaakt waarbij de
zuidzijde van de kerk prominent naar de
voorgrond is getrokken. De prenten geven
een goed beeld van de toren maar laten de
blindnissen onder de luigaten achterwege.
24