De zuidgevel van de kruis
kerk zoals deze er mogelijk
heeft uitgezien. Niet echt
een kruiskerk meteen kruis
gewelf maar uitbouwen
aan de zuid- en noordzijde,
welke op enkele latere pren
ten zijn terug te vinden.
van een heel ander karakter en een grotere
schaal laat een legplan zien van grafzer
ken en hierin zijn enigszins de binnenma-
ten van een kerk te herkennen waarin de
eerder beschreven herinrichting van de
zerken past. Deze tekening geeft een kerk
aan met acht pilaren in een uitbreiding die
even lang is als het oorspronkelijke schip,
althans gerekend met de Amsterdamse
voet van 0,283 m die slecht 6 mm korter
was dan de Grafter voet. Dit gegeven komt
overeen met de gevonden funderingsres-
ten welke men tegenkwam bij het delven
van graven langs het verst gelegen oost
pad en de recent opgegraven zijdelingse
verbreding. Het sluit ook aan op hetgeen
Gijsbert Boomkamp in 1740 aantrof, een
kerk met een inwendige lengte van 150
voet! Waar komen deze verschillen van
daan, was de aanbesteding slecht uitgeval
len en moest naar een soberder (kleiner)
ontwerp worden teruggegaan? Dit is niet
te achterhalen dus verlaten we ons op de
aangetroffen bouwsporen en de bekende
herschikking van de zerken. De aanpak is
niet erg doeltreffend geweest want ruim
10 jaar later was men alweer aan het bou
wen. Begon toen al het euvel van te korte
palen onder de steunberen op te spelen?
De nieuwe stenen kerk op de oude
FUNDERING I67O
In 1670 vond er dus een herbouw plaats:
vanaf de toren oostwaarts, zoover de zij
muren recht doorlopen, van den grond ge
heel nieuw is opgetrokken. Ten bewijze kan
strekken het volgende vers op een steen in
de Noordermuur.
INT IAER 1670 DEN 13 JUNY HET
ICK IAN WILLEMSZ TOT GRAFT
DEN EERSTEN SEEN GELEYT
MET GOET GENEGENTHEYT
AL AEN DIT NIEUWE WERCK
TER EEREN VAN GODTS KERCK
EN DAT OP D'OUDE VOET
HIER MEN GODTS LEERE DOET
De steen is bij de sloop van de laatste
kerk bewaard gebleven en bij de recente
restauratie van de Zerkenvloer weer in de
18