m
ffi n ffl 1 rn
West- en zuidgevel van de stenen kerk. Naast de toren aan de westgevel is een suggestie gegeven
van de 'afluiving' aan de kerk en toren, de voorloper van het Raadhuis.
rige eeuw is er onderzoek gepleegd naar
de fundering van de laatste kerk welke
gebouwd bleek op de oude fundamenten
van de kerken van weleer. Daaruit bleek
dat de oorspronkelijke buitenmuren op
ruim 2 meter diepte waren gefundeerd op
grote veldkeien, niet van hier, maar waar
schijnlijk door schepen als ballast aan
gevoerd vanuit de Oostzeelanden. Deze
wijze van funderen kent men in het alge
meen als de oudste methode van stenen
funderingen voor dit soort gebouwen in
veengebieden. En achteraf gezien hebben
de oeroude fundamenten zich zeer goed
gehouden. De scheurvorming in de laatste
kerk, ingetekend in het restauratieplan van
1941, liet een patroon zien van zakkende
steunberen die delen van de buitengevels
meetrokken. De buitengevels stonden op
de oude fundering de later toegevoegde
steunberen waren op een (te korte!) paal-
fundering (slieten) gebouwd. Ook de laat
ste restauratie van de kerkrestanten liet
deze verschijnselen nog duidelijker zien
van nog verder van de gevel gekantelde
steunberen, of wat daarvan nog over was.
Een verbouwing aan de stenen kruis
kerk IN I643-I658
Op 22 april 1643 werd door het Hof van Hol
land akte van autorisatie opgemaakt voor
de regenten van Graft om de buitenge
wone omslag wegens het gieten van twee
nieuwe klokken desnoods bij parate exe
cutie in te vorderen. Een jaar eerder was
dat aanhangig gemaakt door Schepenen
en Vroedschappen omdat de klok was ge
barsten en men gelijk koos voor twee klok
ken, een vergoten klok en een nieuwe klok.
De kleine klok voor het slagwerk bleef be
staan. Een bijschrift in de Genealogische en
Heraldische gedenkwaardigheden deel IV
(Graft) bij de beschrijving van de grafzerk
van de huisvrouw van Cornelis Symonsz.
wekt de indruk dat de kerk is verbouwd.
Het bijschrift meldt dat Cornelis Sy
monsz. in 1658 de eerste steen heeft ge
legd tot verbouwing der Grafter kerk. Had
hier de vermelding van Gijsbert Boom
kamp uit Enige verhandelingen over de bal-
luagiën om de stad Alkmaar moeten staan,
16