vooral de molens werden in de zeventien
de eeuw sterk verbeterd.
Overigens was men vroeger niet altijd
Bokaal van de polder Bergermeer; 1776 (rad
gravure). Hoogte 31,5 cm
Collectie museum het Sterken huis, Bergen
zo heel voorzichtig om met het kostbare
kristal. Het glas, bijvoorbeeld, geschonken
in 1823 door dijkgraaf Petrus de Sonnaville,
sneuvelde al in 1841 toen zijn opvolger,
Diederik de Dieu Fontein Verschuir het liet
vallen. Die vond dat zó verschrikkelijk dat
hij het glas niet alleen liet restaureren op
een voor die tijd moderne manier, namelijk
met krammen, maar óók nog een zilveren
bekertje liet maken met daarop zijn wapen
en een hele lap inscriptie waarin werd uit
gelegd dat het bekertje bedoeld was als
boetedoening. In een bijbehorend regis
tertje werd genoteerd wie er uit het zilve
ren bokaaltje gedronken had.
Diederik Dieu Fontein Verschuir, de op
volger van Petrus de Sonnaville als dijk
graaf van de Schermeer kreeg in 1862 een
fraaie bokaal aangeboden ter gelegenheid f
van zijn 25-jarig jubileum.
De inscriptie luidt Aan jonkheer D.C. de
Gelegenheidsglas dijkgraaf D. C. de Dieu Fon
tein Verschuir; 1862. Hoogte 31 cm.
Collectie Stedelijk Museum Alkmaar
Dieu Fontein Verschuir van Heilo, gedurende
25 jaren dijkgraaf van de Schermeer, door
hoofdingelanden als blijk van achting aan
geboden 1837-2 december-1862. Aan de ene
zijde van het deksel is het wapen van de
Schermeer gegraveerd, aan de andere zij-
206
