de bokaal afdept en vervolgens aanbiedt
aan de volgende gelukkige.
Niet alleen in de waterschapswereld
hield men vroeger van een goed glas, ook
elders werd bij de overheid soms stevig
gedronken én getafeld.
Eten en drinken in vroeger tijden
Zo onthaalden in 1660 de groot mogende
heren van de Staten van Holland de En
gelse koning Karei II en diens gevolg op
een copieuze maaltijd. In Den Haag werd
een diner geserveerd aan een groot aan
tal personen. In ovale schotels werden al
lerlei gerechten geserveerd, per schotel
soms wel 24 fazanten. Men schonk daarbij
niet alleen de allerbeste wijnen, aldus de
gene die hier bericht van optekende, maar
vooral: 'de tappen liepen gestadig dag en
nacht en hielden nimmer op te lopen'.
Daarbij vergeleken steken de water
schappen wat schrieletjes af, men hield
het namelijk tijdens waterschapsmaaltij
den vooral bij vis die in de eigen ringvaart
gevangen werd. Gedronken werd er echter
wel behoorlijk veel. Soms zelfs zó veel dat
er kwade tongen waren die beweerden
dat de kust voor Noord Holland moeilijk
te naderen was vanwege de vele kurken
die de doorvaart belemmerden. Een sap
pig verhaal, dat echter niet op waarheid
berust. Wél veranderde in de loop der tijd
de manier waarop er gedacht werd over
veel drinken. Heette het eerst nog 'het is
geen man die niet drinken kan', aan het
einde van de achttiende eeuw verschenen
er steeds meer waarschuwingen (ook van
overheidswege) tegen overmatig drank
gebruik.
Hoewel het als een grote eer beschouwd
werd om de hensbeker aangeboden te
krijgen, weigerde toch eind achttiende
eeuw een gast om de (zilveren) hensbe
ker van het Hoogheemraadschap van de
Hondsbossche en de Duinen tot Petten uit
te drinken. Daar konden overigens 3 fles
sen wijn in. Het veroorzaakte een kleine
rel, maar uiteindelijk werd dit soort drink-
dwang wel doorbroken. Die drinkdwang
bestond al lang, er waren in sommige ge
zelschappen en kroegen'wetten'ontstaan
die voorschreven dat iemand die niet wilde
meedrinken dan maar weg moest gaan, of
het gevaar liep dat zijn drink-broeders de
inhoud van een glas over zijn kleren uitgo
ten.
Hierna ging Cynthia Siefers in op nog
een andere categorie glazen.
De herdenkingsglazen
Glazen, die werden geschonken om een
bijzondere gebeurtenis te memoreren.
Net als voor de hensbekers geldt dat hier
van naast oude ook moderne exemplaren
bestaan. Soms werden er glazen aange
boden die betrekking hadden op het spe
cifieke handwerk van de waterbouwers.
Zoals een glas, omstreeks 1730 vervaardigd
en aangeschaft door het bestuur van de
Schermeer. Het laat een hei-installatie zien
waarmee de fundering van een dijk werd
gelegd. Het opschrift luidt 'Vele handen,
licht werk'.
Van wat later datum is de Bergermeer
bokaal. Het glas werd, zoals de inscripties
vermelden, aangeboden op 16 augus
tus 1798 door de dijkgraaf, secretaris en
heemraden van de polder Bergermeer.
Het droogmaken van het Bergermeer en
het Egmondermeer, een gekoppeld pro
ject dat plaatsvond tussen 1564 en 1579,
vormde een testcase voor de ingenieurs
in de zestiende eeuw. De kennis die men
opdeed bij dit werk effende de weg voor
alle latere grote projecten. De ontwikke
ling van de techniek speelde een grote rol,
205