met een diamantje erin en kraste daarmee lijntjes op het oppervlak waardoor voor stellingen ontstonden. Er waren beroeps graveurs maar ook amateurs die bijzonder bedreven waren in de graveerkunst. Onder hen bevonden zich nogal wat dames uit gegoede kringen, die vanwege hun veel zijdige opvoeding zeer breed waren geori ënteerd. De glazen die door Anna Roemers Vis- scher en haar zus Tesselscha, dochters van de bekende dichter Roemer Visser, werden gegraveerd, zijn van een bijzon dere verfijning en horen tot de top van de lijngraveerkunst. De fraai gekalligrafeerde inscriptie'Vincens tui'(hetgeen overwin je zelf betekent) is gesierd met een vlindertje. Op de stam van het glas ziet u de signatuur en het jaartal van vervaardiging. Het aardi ge is nu dat Anna Roemers in 1624 trouwde met een waterschapsbestuurder, Domini- cus Boot van Weesel, die eerst heemraad was van de Zijpe en Hazepolder en later dijkgraaf werd van de Wieringerwaard. He laas bestaat er geen enkel waterschapsglas van haar hand. Er zijn sowieso nauwelijks glazen met diamantlijngravures bij water schappen bewaard gebleven. Cynthia Siefers ging hierna over op de relatie tussen glas en waterschap en de interessante drinkgebruiken die men erop nahield. Glas en waterschap, drinkgebruiken De waterschappen kenden, net als veel andere overheden waaronder gemeen ten, schutterijen, gildes, kunstkringen en dergelijke, het gebruik om met speciale glazen tijdens een maaltijd heildronken uit te brengen op van alles en nog wat, zo als de goede vriendschap, de welvarende handel of het welzijn van de prins van Oranje. Overigens was het uitbrengen van heildronken ook in privésfeer mode geworden, al ging het daar meer om het drinken op een bruidspaar, zwangerschap of geboorte van een kind. Een bijzondere drinkgebruik bij enkele waterschappen was drinken uit de hens beker. Waterschappen hadden zich in de loop van de zeventiende eeuw ontwikkeld tot ware regentenbolwerken, hun taak was (en is dat trouwens nog steeds) van lands belang. Niet alleen het droogleggen van grote stukken land, maar ook de aanleg en het onderhoud van waterlopen en wegen viel onder hun verantwoordelijkheid en de besturen van de grotere waterschap pen bestonden dikwijls uit vermogende en hooggeplaatste heren die ook op ander gebied actief waren binnen de Nederland se overheid. Voor hun vergaderingen kwa men zij bijeen in raadhuizen, herbergen, veerhuizen en, als het schap rijk genoeg was, gemeenlandshuizen. Zo'n gemeen- landshuis was dikwijls een prestigezaak, het versterkte naar de buitenwereld toe het aanzien van het waterschap en was te gelijkertijd een gerieflijk onderkomen dat met fraai huisraad, schilderijen en kaarten werd ingericht. Soms waren er ook bedste den voor de heemraden aanwezig. Zij leg den meestal een grote afstand af voor ze een vergadering konden bijwonen en na afloop van de bijeenkomst, die vaak wer den afgesloten met een diner, konden ze dan blijven slapen. Een kastelein in vaste dienst, die in of vlak bij het gemeenlands- huis woonde, was verantwoordelijk voor alle spullen en hield lijsten bij die aan het bestuur werden voorgelegd na calamitei ten of die bij overdracht werden onderte kend door de opvolger of opvolgster (er waren ook vrouwelijke kasteleins). Het waterschapsbestuur van de Scher- meer bezat maar liefst twee gemeen landshuizen, het Noorder- en het Zuider polderhuis. Daar kwam men bijvoorbeeld 202

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2009 | | pagina 34