den er ver
dus ook in
wel blaze-
e glas ook
;netiaanse
?netiaanse
we ons dat
ien in eer-
n grote rol
op chemi-
en van de
rutsnede
el u, Bazel
De rol van de alchemisten en de ge
volgen van de industriële revolutie
In hun pogingen de magische steen der
wijzen te vinden, waarmee ieder metaal in
goud kon worden veranderd, hanteerden
de alchemisten veel materialen, waaron
der glas. Hun destilleerkolven en andere
chemische apparatuur maakten zij van
glas en al doende ontdekten zij dat meta
len en hun oxiden van invloed waren op de
helderheid en de kleur van de glasmassa.
Zij ontdekten methoden om die te ver
beteren. De drie hoofdcomponenten van
glas kregen toevoegingen zodat het ge
makkelijker en minder kostbaar werd om
robijnrood (koper, goud) of blauw (kobalt,
koper) glas te maken.
In het laatste kwart van de zeventiende
eeuw kwam men er achter dat het moge
lijk was om door het toevoegen van lood-
oxide loodglas of loodkristal te maken, dat
superhelder en bovendien wat zachter dan
krijtglas was. Formeel wordt de ontdek
king toegeschreven aan de Engelsman Ra-
venscroft rond 1675, maar ook elders waren
er experimenten mee gedaan.
Door de verandering in de hardheid
van het glas veranderden de graveer- en
slijptechnieken. Ook de ontwikkeling van
ovens en het gebruik van andere brand
stoffen dan hout speelden een grote rol in
de fabricage van glas.
Door de uitvinding van de stoommachi
ne werd aan het begin van de negentiende
eeuw het slijpen van glas namelijk veel
eenvoudiger en konden diepe slijpsels in
glazen van een grote dikte worden uitge
voerd. Een glas werd soms wel 3 cm dik ge
blazen en vervolgens helemaal geslepen
in facetten, iets dat voorheen onmogelijk
was want een handwerksman dreef de
slijpschijf aan de hand. De massaproductie
deed haar intrede, luxe glas werd definitief
bereikbaar voor de gewone man en er ont
stonden voor het eerst in de geschiedenis
complete glasserviezen met glazen van
hetzelfde model maar van verschillende
afmetingen voor diverse soorten drank.
Het op grote schaal produceren van
persglas volgde. In Nederland ontstonden
grote glasfabrieken, onder andere in Maas
tricht (de Kristalunie van Petrus Regout,
inmiddels gesloten) en Leerdam (tot op
heden in bedrijf, zij het niet meer in Neder
landse handen).
Vervolgens vertelde Cynthia Siefers uit
gebreid over de verschillende technieken.
Het lijngraveren, het radgraveren
en het stippelen
In vergetelheid geraakt na de Romeinse
tijd, herleefde het graveren van glas in de
zestiende eeuw. Men hanteerde een stift
Berkemeyer met diamantgravure van Anna
Roemers Visscher; 1646. Hoogte 15,2 cm
Collectie Rijksmuseum Amsterdam.
Bron: Regionaal Archief Alkmaar.
201