voor het maken van mozaïeken in kerken en graftombes, zoals in Ravenna in Italië. Later werd gekleurd glas vooral toegepast in de vensters van kathedralen en kerken. Gebruiksglas zoals drinkglazen of flessen werd echter weinig gemaakt en waren van matige kwaliteit glas. Opnieuw waren het vooral oosterse, inmiddels islamitische, glasblazers die de kennis en vaardigheden bezaten om hoog waardig en fraaie producten te maken. Zij vervaardigden prachtige lampen en drink bekers. Op dia werd een moskeelamp ge toond, een relatief laat voorbeeld. Vanaf de dertiende eeuw ontstonden in sommige gebieden, onder andere in Duitsland en Frankrijk, opnieuw glashut ten waar op grotere schaal gebruiksglas geblazen werd. Nog steeds gaat het hier om het zogenoemde Waldglas dat een groene kleurzweem heeft. De groenige kleur ontstaat omdat de glasmassa, die bestaat uit de basisingrediënten kwarts of zand, kalk en soda, verontreinigingen be vat. De soda, in deze gebieden gewonnen uit de as van hout en varens en daarom potas genoemd, bevatte ijzeroxideparti keltjes en die veroorzaken de groenige of soms bruinige kleur. In de dertiende eeuw leefde daarnaast ook in het noorden van Italië de glasblaas kunst weer op. Dat was voornamelijk te danken aan de inname van Constantinopel in 1204 door de kruisvaarders. Kennis die in het Westromeinse rijk grotendeels verloren was gegaan maar in het Oostromeinse rijk wél bewaard bleef kwam opnieuw binnen handbereik, doordat veel wetenschap pers en handwerkslieden naar het westen vluchtten. Bovendien brachten kruisvaar ders hoogwaardige glazen producten mee van hun expedities, die als voorbeeld dien den voor de nog jonge westeuropese glas industrie. Van groot belang is de ontwikke ling van het Venetiaanse glas. In de zestiende eeuw ontstonden er ver der ten noorden van de Alpen, dus ook in de Nederlanden, glashutten oftewel blaze- rijen waar men naast het grovere glas ook kristallijne glazen maakte op Venetiaanse wijze, soms niet van het echte Venetiaanse glas te onderscheiden. Hoewel we ons dat wellicht niet bewust zijn, speelden in eer ste instantie de alchemisten een grote rol in de ontwikkeling van glas. Hierna ging Cynthia Siefers in op chemi sche achtergrond en de gevolgen van de technische vooruitgang. Glashut midden zestiende eeuwhoutsnede Uit: Agricola, 'de re metailica' (deel 12, Bazel 1556) 200

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2009 | | pagina 32