lichaam, sjekkie in de mondhoek en een alpinopet op het hoofd. Met de zwaarbela den bus hobbelde hij dan voorzichtig over de gammele brug de Venbuurt af. Wij wa ren als kind altijd bang dat hij erdoor zou zakken, maar Blokdijk zelf had kennelijk alle vertrouwen in het bouwsel. In zijn goeie dagen had deze brug acht gemetselde brugleuninghouders, maar die hebben waarschijnlijk het veld moeten ruimen met de komst van de bestelbus. In de hooitijd werd het brugdek altijd hand matig verhoogd. In eerste instantie kon dit niet, maar toen de hooitijd aanbrak en de pramen hooi er niet onderdoor bleken te kunnen, zag Blokdijk ook in dat hier wat aan gebeuren moest. Jan Blokdijk is er niet meer en op de plek van de kassen, die begin jaren negentig zijn afgebroken, staat nu winkelcentrum 't Boegbeeld met het daarnaast gelegen par keerterrein. In de boerderij woont nog wel een van zijn 14 kinderen en links op het erf staan sinds eind jaren negentig twee fraaie huizen waar twee van zijn zoons wonen met hun gezin. Dit zijn respectievelijk Ven- buurt 18 en 20. Tegenwoordig zijn hier de zogenaamde fluisterbootjes te huur en liggen de wal kanten aan beide zijden van de brug vol met deze scheepjes. Puur voor de recrea tievaart. Voorheen lagen hier soms ook schuitjes, maar dan vóór de brug, links aan het bleek veld, annex moestuin. Deze schuitjes had den echter niets met recreatief varen van doen. Ze behoorden toe aan twee van de beroepsvissers die in De Rijp actief waren. Gerrit Kroon en Nico Molenaar. Die laatste stond bekend als 'de Poolse Jood'. Ook hij kwam oorspronkelijk van de Buurtjes waar zijn carrière was begonnen als handelaar in oude lompen en metalen. Later legde hij zich helemaal toe op de fuikenvisserij. Het bewuste bleekveld met moestuin waar de schuitjes afgemeerd lagen, hoorde bij het eerstvolgende huis dat we tegenko men, op de weg terug, richting het Vlaan der. Venbuurt 17. Hier woonde de oude Heij- nis. Later had zijn zoon Cees, ook wel 'de Bok' genoemd, de schoenmakerij op de Dam, recht tegenover het raadhuis van De Rijp. Naderhand kwam uit Wormer Henk Heijnis, en hij was meteen de laatste bewo ner van dit, in 1958, gesloopte krotje. Een jaar later legde aannemer Herman Oude- jans de laatste hand aan een gloednieuwe woning. Ook dit kan een Terlingenfonds- woning zijn geweest, maar dat is allerminst zeker. Wel zeker is dat Cees Konijn en zijn vrouw Marie er gingen wonen. Samen kre gen ze er zes kinderen, allemaal dochters. Konijn, ook werkzaam bij Wessanen, had geen rijbewijs en deed daarom alles met de brommer. Dat was mooi om te zien. Hij en zijn vrouw, samen op de Zündapp, ge huld in een leren jas en met 45 km per uur heel Nederland door. Inmiddels zijn ze ver huisd naar een HAT-woning elders in het dorp en is ook de Zündapp ingeruild voor een overdekte variant. Links naast Venbuurt 17 stond tot 1964 eigenlijk geen bebouwing. Er stonden wat populieren, die de naastgelegen Ar- tis enigszins aan het oog onttrokken. De grond hoorde bij de Artis, en Siem Smit, een van de zoons van Jo Smit, wilde daar een huis zetten. Naast de eerder genoemde Terlingen- fonds-woningen werd er begin 1963 een wet van kracht die mensen in staat stelde, een zogenaamde Bogaers-woning te laten neerzetten. Pieter Bogaers was een KVP- minister die vol overgave het woningte kort in Nederland wilde aanpakken. Snel heid was het devies en kwantiteit ging 190

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2009 | | pagina 22