weten te bewandelen en het nodige pa
pierwerk invullen. Die papierwinkel moest
er voor zorgen dat er geen panden van
cultuurhistorische waarde tegen de vlakte
gingen, wat zo links en rechts nogal eens
gebeurde in Nederland.
Er moest wel aan een aantal voorwaar
den worden voldaan: het moest bijvoor
beeld een eigen woning betreffen en het
inkomen of vermogen van de aanvrager
mocht niet hoger zijn dan een bepaald
bedrag. Toch werd er wel creatief met de
regels omgegaan. In de Kerkstraat, rechts
naast de Witte Ezel, woonde Cor Klous
in een tramwagon. Met wat hulp van de
juiste mensen werd ook hiervoor subsidie
gegeven zodat er een echt huis gebouwd
kon worden.
Omstreeks 1966 werd in De Rijp -we
kwamen haar al een keer tegen- de stich
ting'Redt de Rijp'opgericht. De oprichters
waren misschien wat idealistisch, maar
zonder deze actiegroep zou de dorpskern
er tegenwoordig een stuk minder fraai
hebben uitgezien. Mede door hun toe
doen werd in 1969 een groot deel van het
centrum van De Rijp tot beschermd dorps
gezicht verklaard en was het gedaan met
het vrije slopen. De teugels werden flink
aangehaald en vanaf dat moment was
voor alle plannen binnen dit gebied een
vergunning vereist.
Verder over de Venbuurt
Venbuurt 4. Naar verluidt bewoonden de
dames de Geus dit krotje en of er nou twee
of drie dames waren is me niet helemaal
duidelijk geworden. Wel is zeker dat er
één zo goed als blind was, dat was Jana de
Geus. Er is heel weinig bekend over deze
dames; niemand heeft me kunnen vertel
len waar ze vandaan kwamen of wat ze
deden.
Zoals gezegd, was het een krot, maar het
nieuwe pand dat er voor terugkwam was
bijna zeker geen Terlingenfonds-woning
want daarvoor zitten er te veel tierelan
tijntjes in het metselwerk, ook het ronde
raampje past niet in dit plaatje. Sober en
rechttoe rechtaan, dat waren meer de ken
merken van een Terlingen-woning. Siem
Roelofsen uit Graft liet het bouwen en ging
er begin jaren vijftig wonen. Siem was één
van de acht gebroeders Roelofsen die stuk
voor stuk tuinder waren in de Eilandspol
der.
Het moet dringen zijn geweest in het
slootje achter de Venbuurt en het Vlaander.
Roelofsen had een grote schuit, Henk de
Vries had er een, en GerritTaam ook. Dan
had je aan de overkant Piet en Dirk Bark
nog met de koeienpraam en trekkende
schuit. Misschien is er heel in de verte wel
een parallel te trekken met het autobezit
in een gemiddelde Vinex-wijk, daar is het 's
avonds ook dringen voor een plekje.
Siem Roelofsen werd halverwege de
jaren zeventig ziek en belandde voor be
handeling ergens in het midden van het
land. Het mocht allemaal niet baten want
in 1979 overleed hij op 63- jarige leeftijd.
Zijn vrouw woont er nog altijd.
Op Venbuurt 6 woonden Rieuwert en
Alie Bakker en vier kinderen. Hij was een
behoorlijk pietje-precies en in tegenstel
ling tot veel andere huisjes op de buurt
stond dat van hem strak in de verf en zag
alles er goed uit.
Rieuwert werkte voor de genie in het
onderhoud van forten. Later was dit werk
meer van overheidswege en zo werd Bak
ker, temidden van tuinders en fabrieksar
beiders, waarschijnlijk de eerste ambte
naar op de buurt. Hij overleed in 1964 en
toen zijn vrouw enkele jaren later naar een
verzorgingstehuis ging kwam het huis in
de verkoop.
Cees Nibbering, zoon van Thomas Nib-
185