Anna. Uit dit huwelijk werden 8 of 9 kinde
ren geboren. Noë, oorspronkelijk uit Schie
dam, was gemeenteraadslid en had wer
kelijk een prachtige bijnaam, ze noemden
hem 'de Knal'. Zijn zoon Jaap, bijgenaamd
Jaap de Bie, en ook politiek geëngageerd,
versloeg altijd de raadsvergaderingen in
de welbekende stukjes:'Vertel het maar in
Graft.'
Nadat halverwege de jaren zestig Jan
en Anna kort na elkaar overleden betrok
hun zoon Jan de woning. Samen met zijn
vrouw Geer kregen ze vier kinderen.
Naast zijn werk als fabrieksarbeider, en
na zijn pensionering was hij meestal op
zijn volkstuin te vinden. Buur Jan was een
man van weinig woorden, hij zei je gedag
en daar bleef het bij. In 2003 is hij overle
den. Buurvrouw Geer woont er nog steeds,
samen met haar zoon Jan jr.
Op Vlaander 6 woonde Jan Nibbering.
'Ome'Jan was een broer van mijn oma dus
eigenlijk een oom van mijn vader, maar hij
werd veelal ome Jan genoemd, ook door
ons. Ik had vroeger veel van die 'ooms' en
'tantes'. In veel gevallen was een familie
band ver te zoeken, maar ze kregen dit
predikaat omdat hen bij de kale voornaam
noemen nét een tikkeltje te vrijpostig was.
Simpel opgelost, maar niet zo makkelijk af
te leren. Als volwassen vent ben ik som
mige van die ooms en tantes dan ook tot
hun dood zo blijven aanspreken.
Ome Jan was eerst tuinder, maar later
werkzaam bij Wessanen. Ik herinner me
hem als een forse man met een grote bult
op zijn voorhoofd. Jan, en Aagie, zoals zijn
vrouw heette, waren er rond 1937 komen
wonen, kregen 10 kinderen en vooral veel
dochters kan ik me herinneren.
Hij rookte Miss Blanche sigaretten en ik
ben er menigmaal op uitgestuurd om die
voor hem te halen bij de sigarenwinkel
van mijn oma. Het gebrek aan rookwaar
manifesteerde zich gek genoeg altijd op
zondag en achteraf denk ik dat Jan zich
toch een beetje bezwaard voelde om daar
op zondag zelf aan de deur te komen voor
dat rokertje. Officieel was de winkel dan
natuurlijk dicht, maar handel was handel
en daar bracht de achterdeur uitkomst.
Dat wist hij ook. Vandaar dat ik, of een van
zijn kleinkinderen, dan in stelling werd ge
bracht. Als kind kon je dat natuurlijk nooit
onthouden: Miss Blanche. Daarom zei hij:
'Laat maar opschrijven en zeg maar dat
het voor mij is, dan weet je oma het wel.'
En dat klopte: bij het noemen van iemands
naam wist oma precies wat deze rookte en
kwam je dus nooit met de verkeerde spul
len thuis.
Nibbering had een volkstuin tegenover
het bejaardenhuis de Mieuwijdt en naar
verluidt kon hij geweldig overdrijven. Zijn
bloemkolen hadden steevast een diameter
van rond de veertig centimeter en het aan
tal pullen, voortgebracht door zijn kana
ries in de buitenvolière, liep meer dan eens
in de dubbele cijfers. Vogelliefhebbers zijn
per definitie kattenhaters en dat was bij
hem niet anders. Menig kat heeft zwemles
gekregen in de sloot achter.
Tegenwoordig staat het huis er prachtig bij
en wordt het bewoond door Ton en Joke
Dekker. Zij is een van de dochters van ome
Jan.
Kijkend naar de foto van het Vlaander van
eind jaren 40, of misschien zelfs iets eer
der, valt op dat tussen Vlaander 6 en 8 nog
een huis heeft gestaan. Hier was de krui
denierswinkel van Toon Zaal gevestigd, en
vóór die tijd is het ook nog een bakkerij
geweest. De foto laat zien dat het bijna
volledig uit hout opgetrokken pand, qua
grootte, bijna niet onderdoet voor dat er
naast, maar het was wel minder diep.
Halverwege de jaren vijftig is het gesloopt
door Thijs Duinmaijer en is de vrijgekomen
179