kans op de benoeming te maken, verloof de hij zich met spoed met zijn meisje en latere vrouw. In het kennismakingsgesprek was namelijk de vraag gesteld waarom de toen 27-jarige Dalenberg nog vrijgezel was In 1932 kwam hij in dienst van de gemeente De Rijp. Later werd zijn functie gecombineerd met die van 'ontvanger'. In 1946 werd Dalenberg benoemd tot burge meester van De Rijp en van Graft, een soort personele unie tussen beide gemeentes. De heer Dalenberg werd plotseling onwel tijdens een inzamelingsactie voor India. Uiteindelijk overleed hij in het Centraal Ziekenhuis van Alkmaar. Tenslotte een persoonlijke noot: als 17-ja rige scholier hielp ik van tijd tot tijd de armlastige Jo(pie) Hoek die in De Don dersteen een winkel in galanterieën had met een gemiddelde omzet van fl. 2,50 per week. Mijn moeder gunde hem de klandi zie van de zeemleren lappen, die als een gordijn voor zijn winkeldeur hingen. Al jaren prees een kartonnen mevrouw een onverkoopbaar geëmailleerde gele pan- nenset aan. Een foutje bij de inkoop en een pijnplek op de ziel van Jopie. Ik vond het leuk de etalage steeds te vernieuwen en te kijken of de omzet omhoog kon. Dat lukte vooral toen we met een viltstift (voor 7 gulden aangeschaft bij de firma Kaptein) alle onverkoopbare vaasjes en glazen potten versierden met de tekst 'Groeten uit De Rijp - Ao 7655.' Voor een paar tientjes werd de gevel fris groen op geschilderd: schilder Gerfien Schipper le verde de verf voor bijna niets. Hij raadde ons bovendien aan de verf te verdunnen, dan had je genoeg voor de immense hou ten gevel die op het noorden toch weinig te lijden had.Ik verzon de naam 'In de Dondersteen', schilderde die op het hou ten schot en fantaseerde dat op deze plek de grote brand van 1654 was gekeerd. Het bijpassende gedicht was snel gemaakt: 'Vreemdelingen blijft hier staan, kijk mijn dondersteen eens aan'. Met dezelfde vilt stift schreven we met zeventiende-eeuwse letters in de schoorsteenmantel: 'U U U U U U U U/ God'. Dat raadsel had ik afge keken uit een boek over Hoorn. Er staat: '8 x U God' ofwel: 'Acht uwen God'. Veel puzzelritten (populair in de jaren '60) zijn er voor omgeleid. Jopie verkocht zijn kop jes alsof het 't Goud van Egypte was. Zijn meest definitieve verkoopargument was: 'Mevrouw, meneer, is het geen schatje Als ik nog een plaatsje over had in mijn kamer zou ik het zelf neerzetten.' Wat heeft dit verhaal met burgemees ter Dalenberg te maken? Het volgende: in de beginfase toen Jopie nauwelijks geld had en hij geweerd werd bij de groothan del omdat hij maar twee bordjes tegelijk inkocht en dientengevolge kopjes bij de Hema in Alkmaar kocht om die voor een dubbeltje duurder in zijn (vernieuwde) etalage te zetten, trok ik de stoute schoe nen aan en klom de trap van het raadhuis op. Ik legde burgemeester Dalenberg de nijpende situatie uit en Jopie kreeg vanaf die dag gemeentelijke ondersteuning: 20 hele guldens in de week. Dat was Dalen berg. Hij kende zijn gemeente. Hij maakte er niet zo veel woorden aan vuil. Pas later zou de Bijstand worden ingevoerd, maar daar heeft Jopie nooit een beroep op ge daan, want de winkel leverde toen vol doendevoor hem op. De basis voor een toeristische attractie en een kleurrijke geschiedenis was gelegd. De Dondersteen is niet meer weg te den ken uit de geschiedenis van De Rijp. Dat mag verteld worden in het Jaar van de Traditie. Herman Meddens 162

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2009 | | pagina 58