NIEUWE BOEKEN
Nieuw boek in de bibliotheek van
het museum:)
Anton Sipman, Molenbouw, Zutphen,
Walburgpers, derde dr. 2002.
Zeer onlangs is de bibliotheek van het
museum verrijkt met wat je met recht een
'lijvig boekwerk' kunt noemen: het grote
standaardwerk over molenbouw van An-
- ton Sipman. Ruim vijf-
MOLENBOUW honderd pagina's ver
tellen over het staande
werk van de boven
kruiers. Bij een mo
len onderscheidt men
het staande werk en
het gaande werk: het
vaste deel en het be-
wegingsdeel. Dit boek
behandelt het staande
werk van bovenkruiers
en wel zeer volledig. Ik
citeer een willekeurige
bladzijde (p. 357), zodat u de details als het
ware kunt proeven:
Men smeerde met reuzel gemengd met
grafiet. Dit laatste was vroeger in grote vet
te blokken in de handel. In een poging de
schurende wrijving van de overring binnen
de kuip te vervangen door een rollende
had men op de molen N.G. van het water
schap De Zijpe horizontaal draaibare iepe
houten schijven in de bovenzijde van de
kuip gemaakt (diameter 17 cm). De rolring
bleef hierbij tegen de kuip schuren.Maar
de molen van de polder V. van dit water
schap had dezelfde schijven in twee rijen,
de ene hoger voor de overring, de ander
lager voor de rolring. De belt/korenmolen
te Miste (Gld) had kleinere gietijzeren schij
ven (diameter 6 cm) in de bovenzijde van
de kuip voor geleiding van de overring...
U begrijpt dat dit handboek geen toeris
tische gids is, maar een standaardwerk,
bijna voor molenbouwers. Toch is het niet
zo droog geschreven als bovenstaand
citaat zou doen vermoeden. De tekst is
doorspekt met geestige observaties en
originele opmerkingen. Zo schrijft Sipman
dat de timmerman altijd timmert en wei
nig voorziet en dat de molenbouwer veel
voorziet en weinig timmert.
Hij constateert dat voor veel mensen
eikenhout bijna identiek is aan hoogste
kwaliteit hout, zodat zij alles eiken willen,
tot hun doodskist aan toe. Sipman schrijft
vervolgens dat voor katrollen en bewe
gende delen iepenhout veel geschikter
is: het weerstaat beter druk en trillingen
dan eikenhout. Sipman's werk kan zeer
van pas komen bij restauraties. Hij schrijft
ook in zijn inleiding dat de tijd van de mo
lens voorbij is: "Even onmerkbaar als de 13
eeuwen molengeschiedenis is begonnen,
kwam haar einde. Ruim een eeuw geleden
begon voor de molens de strijd om het
voortbestaan. Een halve eeuw later was
die strijd gestreden en verloren."
Een dergelijk werk maakt nieuwsgierig
naar de schrijver. Anton Sipman (1906
-1985) was een boerenzoon uit Anna
Paulowna en werkte als tekenleraar in
Alkmaar en later in Arnhem. Rond 1933
kreeg hij een sterke belangstelling voor
molens en bijna al zijn vrije tijd besteedde
hij aan het tekenen van zowel het bin
nenwerk als de buitenkant van molens.
Bij de herbouw van de Zaanse mo
len 'Het Jonge Schaap' is gebruik ge
maakt van gedetailleerde tekeningen
die Sipman voor de afbraak van de
originele molen in 1942 had gemaakt.
Na zijn pensionering heeft hij meerdere
159