kondigde verscherping van de toezicht op drankmisbruik, het sluiten van de pubs op zondag en het vijf keer zo duur maken van de tapvergunningen leidde tot de eerste burgeropstand van Chicago, resultaat één dode en 60 arrestanten. In hetzelfde jaar werd besloten de 'stra ten' 4 tot 6 voet te verhogen. Enkele ste nen gebouwen werden opgetild, maar van andere stenen gebouwen werd de begane grond plotseling de kelder. Doch de meeste gebouwen en woningen (pine cottages) waren van hout waarvan het op tillen geen grote bezwaren opleverden, of ze bleven eenvoudigweg in de vochtige diepte staan. De houten gebouwen wer den de stad noodlottig in 1871, toen een groot deel van de stad in vlammen op ging. De verhoging van de 'straten' (met grind en puinslag!) werd noodzakelijk om dat ze zo modderig waren geworden dat soms karren er geheel in verdwenen. Men noemden de straten 'The fastest route to China'en iemand had zelfs een bord opge hangen met de tekst:'No Bottom Here'. De stad werd dan ook niet voor niets de meest smerige stad van Amerika genoemd. De 'straten' kenden de houten trottoirs zoals in wildwestfilms zijn te zien. Onder deze zogenaamde 'plank roads' voerde men de vuiligheid af, een open riool al het ware, die afvoerden op Chicago River. Daaruit werd weer water onttrokken voor drink water, dus werd er tegelijkertijd besloten om de inlaatvoorziening voor het drink water twee mijl verder in Lake Michigan te verplaatsen. Tussen het kunstmatige eiland en de kust werd een manshoge tun nel gemetseld. Met de ophoging werd ook voor het eerst een ondergronds riool aan gelegd. Al met al een bedrijvige stad waar zelfs windmolens draaiden, de molen van Jan de Jong (John De Young) die van 20 meter diepte water oppompte voor de ver koop aan de buurt en dan was er nog de meelmolen van Al VandenBerg. Of Jacob ook bij de molens heeft gesolliciteerd is niet bekend, de meeste nieuwkomers gin gen in de haven werken of kwamen in de houtindustrie terecht. Een populair beroep was'shingle maker', het maken van houten spanen welke als dakbedekking dienden. Het was een snel te leren beroep en de vraag ernaar was groot. Hoe verging het Jacob verder? Jacob pakte allerlei werk aan want er moest geld op de plank komen, want er vonden intussen binnen het gezin geboorten plaats in Chicago: Derrick in 1855, William in 1858, Cornelis in 1859, Peter in 1861, Simon in 1863, Corne- lia in 1866 en Jacob in 1869. Met de twee kinderen die ze uit Nederland hadden meegebracht bestond het gezin uit negen kinderen. Het gezin maakte ook de Burgeroorlog (1861-65) mee van de 11 zuidelijke (slaver nij-) staten. De oorlog, waaraan de kers verse Abraham Lincoln deelnam, kostten 620.000 soldaten het leven en een onbe kend aantal burgerslachtoffers. Hoewel de oorlog niet in het noorden woedde moe ten toch de gevolgen, in de vorm van een economische crisis (1857-1874), voelbaar zijn geweest. In ieder geval eindigde met de oorlog ook de slavernij in de Verenigde Staten. Ondanks alle tegenslagen raakten Jacob en Maartje aardig ingeburgerd en gingen zich weldra'Hook'noemen en wer den onder die naam in de Amerikaanse samenleving opgenomen. Ook hun voor namen ondergingen veranderingen en werden Amerikaanser. Het ging Jacob goed want hij schreef, als een van de weinigen landverhuizers, een optimistische brief aan de burgemeester van Ursem. Deze schreef aan het Ministerie van Binnenlandse Za- 145

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2009 | | pagina 41