JACOB HOEK, LANDVERHUIZER UIT DE SCHERMER Een verhaal geschreven door Fred Hoek over een Hoek van de Schermertak. Over 'landver huizer' Jacob Hoek, de zoon van de molenaar van de Schermermolen A. Korte tijd vervulde hij ook zelf die functie. Bancras Hoek, molenaar in de schermer Sinds mensenheugenis zijn miljoenen men sen van het ene naar het andere land ver huisd en die drang zal bij sommige men sen altijd blijven bestaan, zo was het ook bij Jacob Hoek. Op zich niets bijzonders want Jacob was een van de velen. Niet dat emigreren halverwege de 19* eeuw een kleine overstap betekende. Dat was het al lerminst, men noemde het niet voor niets 'een levende begrafenis'. Waarom dan toch zo'n grote stap? Daarvoor gaan we terug naar de vader van Jacob. Bancras Willemsz. Hoek was geboren in de Zuid-Schermer en op zondag 21 febru ari 1790 Nederlands Hervormd gedoopt in Akersloot. Hij huwde op 23 jarige leeftijd in de Zuid- en Noord-Schermer op zondag 25 juli 1813 met Trijntje Zwart, gereformeerd gedoopt in West-Graftdijk op zondag 10 december 1786. Trijntje was de dochter van Simon Jansz. Zwart en Lysbet Abrahamsd. Vet. Ze moesten wel trouwen want hun eerste boreling kondigde zich reeds aan daar Trijntje al 6 maanden zwanger was. Ze woonden tijdelijk in de Schermeer on der de Banne van Grootschermer. Bancras hield wat kleinvee en leende zich uit als dagloner, bepaald geen vetpot. Maar daar kwam na zijn trouwen verandering in want in 1814 wordt Bancras molenaar van de Schermer poldermolen A, onder Ursem. Ongetwijfeld heeft de invloed van zijn schoonvader hierbij een rol gespeeld. Schoonvader Simon was molenaar in Graft en diens vader was al sinds 1802 mole- Poldermolen A Foto beschikbaar gesteld door Fred Oudejans naar op de Schermer middelmolen P. Het betekende voor het jonge paar in ieder geval een vast inkomen en een woning. Daar moet men zich ook niet al teveel bij voorstellen want het traktement bedroeg slechts 80 gulden per jaar met vrij inwonen en gebruik van het molenerf. De molenaar moest zich echter houden aan de Mole naarsinstructie, en die was niet mals. Vrij wel ieder artikel van de instructie eindigde met een op te leggen boete wanneer een instructie niet was opgevolgd. Omdat de molenaar altijd paraat moest staan en hij slechts pachter bleef, was van een verga- 139

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2009 | | pagina 35