verwisselt, geeft zijn schoondochter Griet
je Schoon, de Weduwe Fedde Visser, een
beslissende wending aan de geschiedenis
van het familiebedrijf.
Niet de 47-jarige Dirk Jansz Visser volgt
zijn vader als veerschipper op, maar zijn
schoonzuster, ooit als jong weeskind in
Graft komen werken als dienstmeid, nu de
Weduwe Fedde Visser. De weduwe neemt
het roer zelf in handen. Zij verzoekt op
50-jarige leeftijd "nederig" de Raad van de
gemeente De Rijp het beurtveer op Alk
maar aan haar toe te wijzen ten gunste
van haar op dat moment nog minderjarige
zoon Simon Visser Fzn. Alle protesten van
Dirk helpen niet. De raad stelt op 28 okto
ber 1863 in de vacature Jan Visser aan als
"veerschipperesse van De Rijp op Alkmaar
vice versa: Grietje Schoon Weduwe Fedde
Visser". Simon Visser Fzn zal feitelijk het
veer als "zetschipper" bevaren.
Generatie 4:
Simon Visser bouwt een vloot
De aanloop (1870 - 1898)
Simon Visser Fzn begint, zoals we hiervoor
gezien hebben, in 1863 zijn loopbaan in het
vervoer over water op 22-jarige leeftijd als
"zetschipper". Volgens Van Dale, ne druk, is
een zetschipper "een zetbaas op een schip;
tijdelijk met de zaak belast."Wat Simon Vis
ser Fzn betreft zal het ook maar tijdelijk
zijn; hij wil eigen baas zijn. Als de Raad van
de gemeente De Rijp hem in 1874 benoemt
tot "veerschipper" in plaats van zijn moe
der, de Weduwe Fedde Visser, steken B&W
van Alkmaar daar echter een stokje voor.
In 1866 heeft de Raad van Alkmaar beslo
ten tot "de opheffing van alle met andere
gemeenten bestaande beurtveren, als van
oordeeldat beurtveren geheel in strijd zijn
met het tegenwoordig bestaande vrijhan
delsysteem.Dus wordt Simon geen "veer
schipper", maar hij behoudt wel de vaste
ligplaats die hij als "zetschipper" reeds had
in Alkmaar.
We weten dat Simon die eerste jaren "zet
schipper" ook als zijn beroep beschouwt.
Bij zijn eerste huwelijk in 1864 met Maartje
de Groot, de geboorte van zijn kinderen
Fedde in 1865, Antoon in 1868, Antje in 1870,
bij het overlijden van zijn eerste vrouw in
1873, en ook nog bij zijn tweede huwelijk
met Trijntje Oostingh in 1874, geeft Simon
bij de "Ambtenaar van den burgerlijken
stand" als beroep "zetschipper" op. Daarna
is het afgelopen. Bij de geboorte van Griet
je in 1876 is het "schipper" en dan bij de
geboorte van Jouke in 1877, Anna in 1878
en Jan in 1880 is het dan eindelijk zover en
geeft Simon op:"veerschipper".
Bij "wet van 23 april 1880 betreffende de
openbare middelen van vervoer" wordt het
vervoer over water geliberaliseerd en vrij
van vergunningen en is het officieel ge
daan met de "veerschipper". Simon han
delt daar direct naar en bij de geboorte
van zijn laatste drie kinderen in 1882,1883
en 1885 (2x Trijntje en zijn ioe kind Gerard)
is het beroep dat hij opgeeft gewoon weer
"schipper".
Simon Visser Fzn is ambitieus en ziet eigen
lijk een grotere rol voor zich zelf wegge
legd. In de eerste officiële "aankondiging"
op grond van de wet van 23 april 1880 die
hij laat plaatsen in de Oprechte Flaarlem-
sche Courant van 30 november 1880 kon
digt "Ondernemer S. VISSER, Koopman,
wonende te de Rijp"dat hij op 1 december
start met "Jaagschuitdienst tusschen de
Rijp en Alkmaar v.v. langs de Beemster-
Ringvaart en het Groot Noordhollandsch
Kanaal; bij den aanvang van iedere reis
60