meter naar de wal. De knecht zorgde op de wal voor de lijn en het paard, waarmee het schip werd voortgetrokken. De schipper stond aan het roer. Voor het nemen van scherpe bochten had men de zogeheten "rollepalen" nodig: een soort verticale deegrollers direct aan de waterkant, die voorkwamen dat de jaaglijn de bocht zou afsnijden, waarna de schuit tegen de wal zou varen. De komst van de stoomtrein en de stroom- tram, van de stoomboot en de diligence, alsmede de aanleg van wegen luidde in de loop van de i9e eeuw het einde in van de trekschuit. In de tweede helft van deze eeuw zijn vrijwel alle trekschuit-veren op geheven. Generatie 2: De inboedel van Jan Feddesz Visser De veerschipper in de ige eeuw heeft een schuit, maar heeft ook paarden en dus een stal. Zo ook Schipper Visser in De Rijp. In de uitvoerige boedelbeschrijving van de in 1863 overleden Jan Feddesz Visser, een niet onbemiddeld man en naast veerschip per ook regent van het Algemene wees- en armenhuis, lezen we over de inboedel van zijn huis aan de Kralingerbuurt ondermeer het volgende: "In de stal. Boerenwagen met toebehoren Vijftig gulden Vier paardetuigen, een trog, belletuig Vijf gulden Een mestwagen, hooivorken en stalgereed- schap, Tien gulden Op den zolder. Een partij hooi. Tachtig gul den In het land. Twee paarden. Twee honderd gulden Aan den wal: Een overdekte jaagschuit vol gens meetbrief afgegeven door den Scheeps meter te Alkmaar den tienden Mei achttien honderd negen en vijftig, nummer 9, Dertig tonnen, met alles wat daartoe erbij behoort voor Memorie Via de Beemster-ringvaart en het Noord Fiollandsch Kanaal is de afstand tussen De Rijp en Alkmaar over het water ca 17 km. Schipper Visser zal er ongeveer 3 uur over hebben gedaan met zijn jaagschuit. Volgens het "Regelement en order waar na de schipper van de Veerschuit van de Rijp op Alkmaar en van daar terug (zijnde thans Fedde Visser) zal hebben te gedragen zoo wel ten aanzien van het bevaren derzelve als der te ontvangen Vrachtloonen" van 28 ok tober 1818, voer Schipper Visser twee maal per week: vrijdags en zaterdags 5 uur in de ochtend vertrek uit Alkmaar naar "het Rijper Veerhuis, de Kaag genaamd," en vrij dagmiddag "ten 2 Uren" en zatermiddag "ten één Uur" weer aankomst in Alkmaar. Tussen 8 uur en 10/11 uur lossen en laden in "thuishaven" De Rijp. Generatie 3: Grietje Schoon: van dienstmeid tot veerschipperesse Jan Feddesz Visser, geboren in 1788 uit het tweede huwelijk van Fedde met de Gro ningse Falgje van Dijk, moet tot zijn 42ste levensjaar wachten tot hij in 1830 eindelijk veerschipper wordt. Tot dan is hij schip persknecht. Eenmaal zelf schipper heeft Jan op zijn beurt twee opvolgers, die als schippersknecht meevaren. Zijn in 1812 ge boren zoon Fedde Jansz Visser en diens 4 jaar jongere broer Dirk Jansz Visser. Zoon Fedde komt echter in 1857 op 45-ja- rige leeftijd te overlijden. Als vervolgens vader Jan Feddesz Visser op 75-jarige leef tijd in 1863 het tijdelijke met het eeuwige 59

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2009 | | pagina 7