"SCHIPPER VISSER", EEN FAMILIE, EEN BEDRIJF
Zes generaties beurtvaart vanuit De Rijp
1785 -1966
Generatie 1:
Van Spitsbergen naar Alkmaar
Wij woonen in een land druipende van
walvisch traan...."aldus Betje Wolff en Aag
je Deken in een brief over hun tijdelijke
woonplaats De Rijp omstreeks 1780.
Ook Fedde Jansz Visser begint zijn arbeid
zame leven als walvisvaarder. Geboren
op 7 januari 1755 als zoon van Jan Jacobsz
Visser (Wobkes) en Grietje Feddes, bei
den waarschijnlijk afkomstig uit Friesland,
vertrekt Fedde op 21-jarige leeftijd in 1776
met de"Weltevreede"van eigenaar Simon
Beets naar Spitsbergen. Totaal maakt Fed
de in 1776, 1777 en 1778 met als schipper
Commandeur Cornelis de Leeuw driemaal
de gevaarlijke tocht naar Groenland. Ffij
schrijft aan boord elke reis een "Journaal"
of "Dagregister" en een "Memoriael" met
een beschrijving van de belangrijkste baai
en van Spitsbergen. De opbrengsten van
de tochten vallen tegen.
In 1779 is eigenaar Simon Beets één van
de vele dodelijke slachtoffers van een in
dat jaar in De Rijp uitgebroken epidemie.
Aangezien de walvisvaart bovendien in
zijn nadagen verkeert, zoekt Fedde Jansz
Visser zijn heil op het land. Op 11 maart
1780 trouwt hij met Mayke Siets van Reen,
dochter van Sietse Jans van Reen en Tetje
Jans, beiden afkomstig uit Bolsward. In
hetzelfde jaar 1780 is Sietse Jans van Reen
door de "Burgemeesteren en Regeerders
der stad Alkmaar" aangesteld als "veer
schipper" van Alkmaar op De Rijp en vice
versa.
Als achtereenvolgens op 24 februari 1783
zijn schoonmoeder Tetje Jans, op 14 maart
1783 zijn vrouw Mayke Siets van Reen, en op
27 november 1784 zijn schoonvader Sietse
Jans van Reen zelf overlijden, heeft Fedde
Jansz Visser geen vrouw en schoonouders
meer. Flet leven gaat voor Fedde door: op
5 maart 1785 koopt hij van de voogden van
de minderjarige Aaltje, Rinsje, Jannetje en
Rijntje van Reen, erfgenamen van vader
Sietse, "een jacht met want, zeil en verder
gereedschap." De koopsom bedraagt 550
gld. Betaald met een "custing brief".
In 1785 wordt Fedde Jansz Visser aange
steld als "veerschipper" tussen De Rijp en