J
LT
Mm mm
tinMsau
>0
D»w
Mfchatf illOI 1*4»
»fi<3 tVjyvor*
*C.ftw
«DM
WrfiMiUasfrtscm
«aj-ioowvt
19771.
rlftll. totok*
WHImhmU 911-1991)
J 6 Ba
ïEÜRaww
Mfrttbo***
Of* tmmbam Acvif Me#ri *r tdtxm vm ti* Immm S»
Mn n.'jtx- AaMv '»taf A»MM0f»t O» St» v D» Hfytr»'
lil»
ÜqlMUIHi
O* »»r gvcfrutt tm^ngtvm ft/rib*t4r<Sm w
het vak van die kant te leren. Daar heeft hij
zijn eerste vrouw ontmoet, Emma Krantz,
zangeres. Daarna heeft hij nog in Steenwijk
gevolontaird, bij de firma Tromp Meesters.
Toen is hij in Utrecht aan het werk ge
gaan en de zaak ging zo goed dat hij na
één jaar zijn moeder, zuster en broers hun
kindsdelen kon uitbetalen. Dat was dus in
1909-1910. In die jaren heeft Charles (Karei)
Enschedé, een oom van mijn vader, lid van
de Haarlemse firma Enschedé en tijdelijk
voogd voor de houthandel, mijn vader ge
holpen. Hij heeft ervoor gezorgd dat mijn
vader het vak kon leren. Als mijn vader in
die dagen een probleem had, ging hij naar
oom Karei. Charles Enschedé is met twee
meisjes De Wit getrouwd geweest, eerst
met Wilhelmina en -na haar overlijden-
met Johanna Maria (Jeanne). Hij was een
goeroe, een beschermengel van de fami
lie."
"Mijn halfbroer William ('de jonge Wil-
liam') was een zoon van mijn vader en
diens eerste vrouw, Emma Krantz. Zijn
tweede vrouw -en mijn moeder- was Eri-
ka Redecker; zij was met haar zuster tijdens
de Eerste Wereldoorlog uit Duitsland naar
Nederland gestuurd omdat hun ouders
geen eten meer voor ze hadden, zoge
naamde'Kriegskinder'. Mamma is toen op
zeer jonge leeftijd terecht gekomen in het
gezin van Jan en Emma de Wit. Later is pap
pa met Erika getrouwd en kwam ik, Maria
Louise. Mijn moeder kwam uit een gezellig
Duits gezin. Heel Duitsland was destijds in
de ban van het nationaal-socialisme. Toen
mijn moeder naar Nederland kwam, heeft
ze zich snel aangepast. Ze was gezellig en
goedgeefs. In 1936 werd ik geboren; kort
daarna kwam de Tweede Wereldoorlog en
zo bleef ik hun enige kind. Vader en Emma
zijn overigens niet met haat en nijd uit el
kaar gegaan; wij kwamen er na hun schei
ding nog wel over de vloer."
"Mijn vader en mijn halfbroer William le
ken veel op elkaar. Als die eieren hadden
gelegd, gingen ze er bovenop zitten en wa
ren er niet meer vanaf te krijgen. Er mocht
niets veranderd worden, thuis niet en
aan de houthandel niet. Er was een groot
leeftijdsverschil tussen mijn vader en mijn
moeder, meer dan twintig jaar. Zo'n leef
tijdsverschil zat er ook tussen mij en mijn
halfbroer William; mede daardoor zijn we
later op een minder plezierige manier uit
elkaar gegroeid. Mijn vader was geen ge
lovig mens. Ook zijn ouders hebben nooit
iets aan het geloof gedaan, gingen nooit
ter kerke. Daarom was ik zo verbaasd om in
die oude Rijper archiefstukken te zien dat
religie bij mijn voorouders nog zo'n grote
rol speelde."
"Vader's oudste broer, mijn oom Chiel,
heeft een ingenieursopleiding gevolgd in
Zwitserland. Toen hij terugkwam in Ne
derland heeft hij eerst bij Stork gewerkt
maar al na enkele jaren in Hengelo zijn ei
gen meetwerktuigenfabriek opgericht. Hij
trouwde met een meisje Stork. Oom Willy,
vaders jongste broer, is later bij broer Chiel
in de zaak gekomen."6
91