- HOLLAND -
op zijn weg liggen, het publiek te ver
zoeken dit na te laten. Ik hoop, dat u
met me eens zult zijn, dat de afstand
tusschen geld strooien en bedelen
niet groot is en dat u mijn aanroe
ren van dit onderwerp alleen wilt
beschouwen als een poging om het
goede Volendamsche karakter onbe
dorven te houden'.
John Dehé hield zich perfect aan de afge
sproken tijd. Om 21.55 uur was de tijd geko
men voor de vragen.
DE MEEST AFWISSELENDE TOCHT IN
AMSTERDAM - MARKEN - VOLENDAM
NOORD HOLLAN05CHE TRAM TE AMSTERDAM
Rgrittiien instiritin. Stuk. MinmMim Maiktn Volcndan. Uim, ImsMii
Per r «prtiiiiciutfn «mdtr vaa »m Qhj* en gewoae dtceMea
Kaarled vrrtfuyfi**» h natie* l-O. Cfntiaalilatjiiq enb»J ftHoifljinmer
Reclamekaart voor het rondje Amsterdam-
Marken-Volendam-Amsterdam, ca. 1930.
Uit: John Dehé, 'Een slaafsch en ongezond
bedrijf'
De heer Offringa vroeg naar de licen
tie van f 600.- per traject. Moest iedere
schipper meebetalen? Dat kon toch
niet uit? Inderdaad kon het volgens
John Dehé niet uit. Financiële mo
gelijkheden waren er wel omdat de
schuit onderpand was en, zoals al eer
der gezegd, het postvervoer zorgde
mogelijk voor belangrijke nevenin
komsten. Het was wel zo dat iedere
schipper zich in moest kopen.
De heer Geuzebroek stelde een vraag
over het treksysteem. Het trektouw
zat inderdaad vast aan de mast.
De heer Lieman vroeg of de herber
gier commissie kreeg. Antwoord: on
getwijfeld. Waarop de heer Lieman
opmerkte dat het verhaal heel goed
aansluit bij de huidige expositie in het
museum over Schipper Visser.
De heer Hoek vroeg waar de schepen
werden gemaakt. In de stad zelf. De
rekeningen zijn tot in detail terugge
vonden.
De heer Nooy stelde nog een vraag
c.q. maakte een opmerking over een
voorvader, beurtvaarder uit llpendam,
die koeien vervoerde voor de Franse
markt.
Daarmee was het einde gekomen aan
een heel duidelijke, boeiende presenta
tie. Voorzitter Weyert de Boer bedankte
de spreker zeer hartelijk en liet zijn dank
vergezeld gaan van een bos bloemen. En
de mededeling dat de boekenbon nage
stuurd zou worden, omdat ook in het beste
bestuur wel eens een communicatiesto
ring optreedt.
Dick Mantel
82