meende dat het het brullen van een koe
was:'
Pieter Pietersz, de tweede van het
drietal, sprong daarna in het water. De
welke alzo lang onder het water was als
ik. Pieter Pietersz speelde met zijn vin
geren een weinig boven 't water. Doen
zeide Graaf Willem van Vrieslant: den
kerel werd verzoepen. Hij en kan het niet
langer houden,5
Op de 'uitvinding' werd een octrooi ge
geven, maar omdat de 'conste' na Leeg
hwater verloren schijnt te zijn gegaan
blijft het gissen hoe geniaal de uitvin
ding is geweest. Maakten ze gebruik
van een duikerpak, een 'waterharnas'?
Dit is weerlegd door Leeghwaters eigen
mededeling. Misschien van een duiker
klok, die ze van te voren ter plaatse van
de vertoning lieten zakken?" Herman
Kaptein karakteriseert de duikerklok
als een omgekeerde, aan de rand ver
zwaarde tobbe.7
Dr. Naber houdt het erop dat Leegh
water gebruik maakte
van een uitvinding van
Drebbel -berustend op
het gebruik van zuur
stof. Met andere woor
den dat Leeghwater
'pronkte met ander
mans veeren'.8
De Roever heeft niet
al te ingewikkelde ver
klaringen nodig. Om
het drie kwartier in
zo'n vaatje te kunnen
uithouden is 225 liter
lucht nodig. Laten wij
voor de eommoditeit
op 400 liter rekenen.
Alleen Leeghwater's
bovenlichaam moest in
de ton, stel met een vo
lume van 100 liter. Dan
is -wanneer de klok niet
De houtzaagmolen van Cornelis Cor-
nelisz van Uitgeest. Uit: De Roever,
Jan Adriaenszoon Leeghwater.
té diep onder water wordt gebracht- de
totaal benodigde inhoud nog niet meer
dan 500 liter of 'Am3. En om zich wat ge
makkelijker te kunnen bewegen, zal onze
kunstenmaker stellig wel een groter ton
dan een haringvaatje uit zijn geboorte
dorp gebruikt hebben! Iets geniaals
valt er in de hele vertoning niet te be
speuren.9
Na deze inleiding de meer serieuze
werkzaamheden van Leeghwater.
De rol van Leeghwater bij de ontwikke
ling van de watermolen
Bij de leegmaling van de grote meren in
de zeventiende eeuw werd de achtkante
molen gebruikt. Zeker is dat de uitvin
ding daarvan niet aan Leeghwater kan
worden toegeschreven. Bij de droogma
king van het Bergermeer, omstreeks
1565, werd al een achtkante molen ge
bruikt.10
De ontwikkeling van
de mogelijkheid om niet
de hele molen, maar al
leen de kap en de wie
ken draaibaar te ma
ken wordt vaak aan de
Vlaming Lief Jansz, die
in 1582 een oliemolen
in Alkmaar plaatste,
toegeschreven. Maar
het principe van een
draaibare kap dateert
waarschijnlijk van veel
eerder."
De eerste houtzaag
molen is in 1592 ontwor
pen door 'een boer van
Uytgeest, die ick mede
seer wel ghekent heb',
zoals Leeghwater het
formuleert. Een enorme
prestatie. Leeghwater
7