meetrapport gemaakt, waarin aange
geven werd waar zich slechte huiddelen
bevonden. Een plan werd opgesteld hoe
het schip na restauratie van het casco
verbouwd moest worden, geschikt voor
rondvaarten in onze omgeving. Een
technisch bureau uit Enkhuizen, be
kend met het ontwerpen van aanpas
singen aan boord voor gehandicapten,
maakte een -uitgewerkt plan met kos-
tenbegroting. Hiervoor zouden o.a. de
volgende werkzaamheden uitgevoerd
moeten worden:
Na restauratie van het casco zou een
deel van het laadruim overdekt moeten
worden. De laadvloer zou verhoogd wor
den en ei zouden een toegangstrap en
een lift voor rolstoelen geplaatst moeten
worden. Tevens zouden er een nieuw
stuurwerk, een roerblad. een koker,
een handhydraulische bediening, een
nieuwe schroefasinstallatie, een brand
stoftank en bediening moeten komen.
Daarnaast was de bestaande Samofa
motor van 30 pk x 1500 omwentelingen/
minuut op de schroef niet geschikt, een
gereviseerde motor van ca. 80 pk zou
voor een schip van 21 meter niet over
dreven zijn.
Na kostenbegroting van de aange
De Maria Lijntje liggend achter het museum.
geven werkzaamheden en leveranties,
aanschaf en restauratie en peiling van
het enthousiasme bij enkele potentiële
sponsors kwamen we tot de conclusie
dat dit project financieel niet haalbaar
zou worden. In een samenkomen met
het bestuur werd besloten op zoek te
gaan naar een ander type schip: kleiner,
completer en technisch beter.
Diverse schepen hebben wij samen be
keken, o.a. een oud type rondvaartboot
in Leiden, een Rietaak in Werkendam
en een Westlander in Maasland: allen
scheepjes van rond de 17 meter. Via via
vernamen we dat er in Amsterdam een
gerestaureerde Kagenaar te koop zou
liggen. Na een bezoek en een rondvaart
door de Amsterdamse grachten bleek
dit scheepje ons allen te boeien.
Een vergadering in het museum werd
belegd, met een meerderheid van stem
men werd besloten met dit scheepje de
'Maria-Lijntje' verder in zee te gaan.
Een Kagenaar, ook wel Leidse Bok ge
noemd, werd vroeger voornamelijk in
Zuid-Holland gebruikt voor het vervoer
van groente, fruit, mest en kolen.
De Kagenaar met motorkont werd
wederom voor inspectie bij ons droog-
gezet. Het onderwaterschip werd geïn
specteerd, diverse dubbelplaten
waren bij de hennekoker aange
bracht. De kimmen waren aan
weerszijden gedubbeld, hetgeen
voor een scheepje uit 1930 niet
ongebruikelijk is. Na geïnfor
meerd te hebben vernamen wij
dat de 'Marie-Lijntje' in Leiden
is gebouwd voor de somma van
6100,-, met een 12 pk 'Industrie'
gloeikop motor, met een laadver
mogen van 22 ton. De huidige
motor, een 3 cilinder 'Kromhout',
vermogen 45 pk x 1500 omwen
telingen/minuut is rond 1998
ingebouwd. Deze motor, met een
45