beoordeling van Leeghwater te nega tief. Leeghwater was geen derde-rangs figuur. De beschrijving van Ramaer lijkt re delijk reëel. Ramaer signaleert twee kanten bij Leeghwater, zijn vakman schap, maar ook zijn naïveteit en zelfin genomenheid/'1 Ramaer: Leeghwater was een universeel man, die de meest uiteenlopende kundighe den in technische vakken bezat. Men leert hem daaruit (uit het Haar- lemmermeerboek en uit het Kleyn Chronykje, DM) kennen als een naïef en zeer godsdienstig man die zeer met zichzelf was ingenomen. Leeghwater was een vakman. De be doeling van dit artikel is zeker niet om dat te ontkennen. Leeghwaters eigen getuigenissen en de klakkeloze navol ging daarvan door velen hebben geleid tot de legendevorming. Leeghwater werd gewaardeerd door de grote man van de droogmaking van de Beemster, Dirk van Os. Maar er is geen sprake van dat hij de molens van de Beemster ontworpen heeft, dat hij de leiding van de droogmaking van de Beemster had, en ook niet van de daarna volgende. De visie van Baars lijkt in deze de meest aanvaardbare. Deze visie wordt onder steund door Herman Kaptein. Het plan van Leeghwater voor de droogmaking van de Haarlemmermeer vertoont vele gebreken en het plan lijkt niet gericht op een doelgroep van deskundigen. Zou deze aangepaste visie op Leegh water gevolgen moeten hebben voor onze toerisme-promoting? Enerzijds niet. Er is niets tegen om de naam Leeghwater als trekkende naam te blijven hanteren. Leeghwater blijven noemen als een toe vallig bekende uit het grote leger van harde werkers en deskundigen. Er is niets tegen om Leeghwater de symbool functie te geven. Zo gaat dat vaak: 'we trekken nog altijd van Drees'; Willem van Oranje is onze 'vader des vader lands' die ons van de Spaanse tirannie verloste, hoewel dat enigszins bezijden de waarheid is; Lely is nog steeds de persoonlijking van onze dijkontwikke- ling en Abraham Kuyper is voor eeuwig de geestelijke vader van de verzuiling, enz. Maar anderzijds is niemand ermee gediend als het beeld van overschatting van Leeghwater blijft bestaan. Waarom is het beeld van Leeghwater eeuwenlang tamelijk eenzijdig belicht gebleven? Kennelijk omdat we behoefte hebben aan grote figuren, aan De Ruy- ters, aan Leeghwaters. Een behoefte om grote gebeurtenissen uit ons ver leden te koppelen aan namen. Zonder de geschiedschrijvers te hard te willen vallen, ook zij ontkomen soms niet aan deze behoefte. De opmerkingen van Van der Horst over de rol van Leeghwater bij de droogmakerijen zijn er een mooi voorbeeld van. Zijn kritiekloze over name van het beeld van Leeghwater is verbazingwekkend. Het verbinden van de naam Leeghwa ter aan de zeventiende eeuwse droogma kerijen in Noord-Holland is alleen maar eervol voor Leeghwater als de histori sche achtergrond op een reële manier belicht wordt. Als niet alleen hij, maar het grote aantal werkers de eer krijgt. Naar mijn idee is Leeghwater daar ook het meest mee gediend: een reëel beeld van zijn grote verdiensten onder vele anderen, zijn naam gebruikend als pars pro toto, als deel voor het geheel. Dick Mantel 16

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2009 | | pagina 16