Gemengde huwelijken waren toege
staan (niet aangemoedigd). Vrijzinnig
in de moderne zin, waren zij zeker niet.
Men vindt bij hen innige, soms mystiek
gekleurde vroomheid. Hun onbetwiste
leider begin 17e eeuw was Hans de Ries,
Antwerpenaar van geboorte: 1553 - 1638.
Katholiek opgevoed, daarna calvinist,
liet hij zich op 23-jarige leeftijd in De
Rijp dopen. Hij was bevriend met Coorn-
hert. Van 1598 tot zijn dood stond hij in
Alkmaar: 40 jaar! Hij ijverde om de rui
mere beginselen geaccepteerd te krijgen
en hij was onvermoeibaar in het bij el
kaar brengen van partijen. Hij schreef in
1610 een ruimdenkende belijdenis. Deze
werd door de Waterlanders aangenomen
onder de restrictie dat het Woord Gods
zoals dat geschreven stond in de Bijbel
boven alles ging.
De Rijp was een belangrijk centrum
voor de Waterlandse Doopsgezinden.
Dat blijkt bijvoorbeeld in 1601: op 4 juli
vergaderen in ons dorp de doopsgezinde
Waterlandse gemeenten en die laten
een verzoek tot vereniging uitgaan (een
'vredesvoorstel', heet dat in hun eigen
woorden) naar Friezen en Hoogduitsers.
Dat lukte, het vredesvoorstel werd aan
vaard en de 'bevredigde broederschap'
ontstond, al zouden dertien jaar later
(1614) de Hoogduitsers weer uit deze
broederschap vertrekken. Tussen 1640
en 1650 werd de Doopsgezinde Rijper
Sociëteit opgericht. Rond 1700 waren er
dertig gemeentes aangesloten. Dat het
hier niet louter ging om een regionale
centrumfunctie, maar om een veel rui
mere beweging kunnen we bijvoorbeeld
afleiden uit de toetreding van de Doops
gezinde gemeente van Oost Vlieland -in
1703- tot de Rijper Sociëteit. Het bijvoeg
lijk naamwoord 'Rijper' moet u dus niet
al te lokaal uitleggen. Het heeft een veel
ruimere betekenis dan de dorpsaandui
ding. Net zoals Vlaming en Fries bij de
Doopsgezinden een richting en geen re
gio aanduiden, zo moet de naam 'De Rijp'
of 'Rijper' gelezen worden als staande
voor de Waterlandse doopsgezinde be
ginselen, en niet zo zeer refererend aan
de plaats. Het Rijper Liedboek en de Rij
per Zeepostil geven voor 90% een signa
tuur aan, een geestelijke stroming met
een kleine verwijzing naar het dorp van
haringvangst en walvisvaart.
Doel van de Rijper sociëteit was on
dersteuning van behoeftige gemeentes
en later het regelen van preekbeurten in
gemeentes die geen eigen leraar hadden.
De Rijper Sociëteit bestaat nog steeds en
komt eens per twee jaar bij elkaar.
Het begrip 'sociëteit' is karakteris
tiek 17e/18e eeuws. Doopsgezind jargon,
net zo goed als de term 'vredesvoorstel'.
Want: Denk niet dat De Rijp als cen
trum ook een eenheid was. Daarvoor
waren de dopers uit die tijd te hartstoch
telijk met hun geloof bezig. Tussen plm.
1620 en 1650 ontbrandde in De Rijp een
strijd tussen de vrome bevlogen gelovi
gen die zich vooral beriepen op de geest
Gods en de wat rustiger zich strikt op
de B"bel baserende groepering. De be
vlogenen (gesteund door Hans de Ries
uit Alkmaar) legden de nadruk op naas
tenliefde en wensten een vrede-stad.
Zij noemden zichzelf Vredestadburgers.
Deze Rijper subcultuur legde de nadruk
op vernieuwde soberheid. Zij verzetten
zich bijvoorbeeld tegen het net in zwang
komende toeback drinken. De bewoners
van Vrede-stad zijn hemelse burgers die
pelgrim op aarde zijn. In De Rijp was hun
voorman Pieter Pietersz. De beschouwe-
lijken waren praktischer en pleitte voor
een sober geloof en een traktement voor
de dominees. Hun voorman was Jan Wil-
lemsz.
Albert Cornelis Posjager, vermoedelijk
de vader van C.A. Posjager -de coauteur
van de Rijper Zeepostil- bestond het in
1651 in een bomvolle vermaning te pre
ken tegen de ideeën van Jan Willemsz.
188