Doopsgezinden in De Rijp De Rijp heeft al 17 jaar na het begin der Reformatie (Luthers protest op 31-10-1517) een aantal wederdopers. De eerste 'lich ting' wederdopers waren radicalen die ook de maatschappij wilden hervormen. Berucht is de inname van Munster door de wederdopers onder leiding van Jan van Leiden in 1534. Jan van Leiden (1509-1536) was een Ne derlandse ambachtsman die zich in 1533 aansloot bij de wederdopers en er bij zonder fanatieke ideeën op nahield. In 1534 slaagde hij erin in de Duitse stad Munster de macht te grijpen. Hij noemde zich koning van Sion en wilde Munster met behulp van dwangmaatregelen tot een Godsrijk op aarde maken. Al in 1535 werd de stad door een katholiek leger heroverd dat er vervolgens een bloedbad aanrichtte. Jan van Leiden werd op gru welijke wijze terechtgesteld. Ter afschrik king werd zijn lichaam samen met dat van twee andere leiders in een ijzeren kooi op een kerktoren opgehangen. In datzelfde jaar 1535 sterft een Rijper gezin de marteldood in Monnikendam. Daar werden Arent Jacobsz en zijn huis vrouw veroordeeld tot de verdrinkings dood, omdat zij wederdopers waren. Er werden stenen om hun hals gebonden. Die waren zo zwaar dat de scherprechter (beul) ze niet in zijn eentje kon dragen. De slachtoffers moesten zelf meedragen. En zo werden ze moedwillig verdronken als onredelijke beesten met steenen om den hals gebonden...' zo vermeldt het doopsgezind martelaarsboek. De wederdopers waren meteen al vroeg in de zestiende eeuw verdacht, mede door hun radicale maatschappelij ke ideeën (en handelingen). Een latere, veel minder radicale stroming wordt ge vormd door de aanhangers van Menno Simonsz., de mennonieten of doopsge zinden. Ze leiden een teruggetrokken, op het hiernamaals gericht leven en aan vaarden geen overheidsambten en geen militaire dienstplicht. Ondanks hun pacifisme werden ze ook in Nederland vaak vervolgd. Op het geïsoleerde Scher mereiland hebben zij zich lang staande kunnen houden. Rond 1630 was het me rendeel van de vroedschap in De Rijp Doopsgezind. Na 1670 ongeveer werden ze in heel Nederland geduld en konden ze bescheiden vermaningen bouwen. Dat kwam ook omdat het land veel geld leende van de rijk geworden doopsgezin de reders. Ze waren een belangrijke eco nomische macht. In De Rijp hadden de Doopsgezinden van oudsher een goede positie. Zij behoorden tot de bovenlaag van het dorp en hadden een fraaie en grote kerk ('vermaning' heet dat bij de Herman Meddens tijdens zijn betoog. Foto: Weyert de Boer 186

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2008 | | pagina 6