ken precies in het werk ging. Zo had de tekenaar onder de stampers decimeters diepe bakken van, pakweg, een halve bij een meter getekend. Maar hoe leg je daar een bos twee meter lange hennepsten gels in? En hoe bereik je dat die stengels over de volle lengte gebeukt worden? En hoe werkte eigenlijk dat mechanisme om de hennep automatisch te keren? De zeventiende-eeuwse uitvinder en al die latere beukers lijken enkele geheimen in hun graf meegenomen te hebben. Vaak worden dingen duidelijk als je je er goed in verdiept, maar soms kun je zoeken en Hennepkloppersmolen De Liefde, De Rijp 234 een nokkenas waarbij de nokken zware houten stampers optilden en op een bos hennep lieten vallen. In een achttiende-eeuws molenboek staat een fraaie doorsneetekening van het binnenwerk van een hennepklop persmolen. Ton Neuhaus en Bruno van der Stadt van het Zaans Molenmuseum bleken bereid om een werkend model van zo'n binnenwerk voor ons museum te vervaardigden. De tekening in het molenboek was het uitgangspunt. Maar bij alle duidelijkheid van die tekening begrepen we geen van allen hoe het beu pu sti in ee ze Ej se

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2008 | | pagina 54