verenigd. Hoe een paardenmolen er uit moet hebben gezien, ontdekten we op een schildering van Willem Spaarman op een duwsleetje (een toogje) in het mu seum. Maquette en presentatie komen tot stand Cees ging aan het werk. Met enige re gelmaat ging ik bij hem langs om te kijken. Er waren altijd wel onduidelijk heden. Meestal kwamen we eruit, soms niet. In dat laatste geval moest gewoon een knoop doorgehakt worden: zo zou het hebben kunnen zijn. We waren ont zettend blij met de tekeningetjes van Bruin, maar wat zou het fantastisch ge weest zijn als iemand destijds een serie foto's van de lijnbaan in vol bedrijf had gemaakt! Cees bleek ook van deze dub- belmaquette een prachtig werkstuk te maken wat geheel aan onze bedoelingen beantwoordde. Naast de touwslagerij-maquette kwam een minipresentatie tot stand. De door mij aangeleverde info werd door Joep Surie en mijn zoon Menno omgezet in twee 'beeldverhalen' op een door Guus Collewijn geïnstalleerd computerscherm. Het ene beeldverhaal behandelt het ver werken van hennep: het kweken, roten, repelen, beuken, hekelen, spinnen, drij- len en bleken. Het tweede beeldverhaal vertelt over de verschillende stadia van het touwslaan en sluit helemaal aan bij de dubbelmaquette. Ik zal dat hier niet uit gaan leggen, daarvoor kunt u beter in het museum terecht. De hennepkloppersmolen Bij de hennepverwerking hoorde natuur lijk ook de hennepkloppersmolen, die het met de hand beuken verving. Die kostte destijds ook al een lieve duit maar het gemechaniseerde beuken ging dan ook een stuk sneller. In zo'n molen draaide De door Cees Eyking gemaakte maquette van een lijnbaan (onderdeel) 233

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2008 | | pagina 53