ven, ging ik eerst maar eens op zoek naar oude boeken, waarin iets over het touwslagersambacht stond. Het spreek woord zegt 'een vliegende kraai vindt altijd wat'. Dat gold voor mij onder meer op de Haarlemse antiquarenbeurs in 1999. Op de stand van prentenkabinet Révalle ontdekte ik vijf etsen met afbeel dingen van een touwslagerij. Drie etsen op folioformaat en een verklarend tekst blad bleken afkomstig uit de beroemde Encyclopédie van Diderot en d'Alembert, uitgegeven tussen 1762 en 1777. de hem van het nieuwe museum en van ons verlangen om daar aan het publiek uit te kunnen leggen hoe vroeger in onze omgeving hennep werd verwerkt, hoe een hennepkloppersmolen werkte en een touwslagerij. Ik liet hem de aantekenin gen van Lou Bruin zien. Ik vroeg of hij kans zag een maquette van een lijnbaan te maken waarmee we konden laten zien hoe bijvoorbeeld een zware anker- tros werd gemaakt. Cees reageerde en thousiast en afhoudend tegelijk. Aan de ene kant trok het hem wel aan om zo'n Afbeelding van een touwslagerij uit de Encyclopédie van Diderot en d'Alembert De twee andere, kleinere en deels aan vullende etsen kwamen uit een hierop gebaseerde Zwitserse (roof ?)druk van Yverdon uit omstreeks 1785. Een bezoek aan de bibliotheek van het Nederlands Scheepvaartmuseum leverde wat aan vullende informatie op. Langzamerhand werd het proces van touwslaan in grote lijnen duidelijk. Verhelderend was ook een bezoek met mijn vrouw Wilma aan een touwslagerij te Chatham tijdens een vakantie in Groot-Brittannië. Die zorg vuldig gerestaureerde touwslagerij was een onderdeel van de beroemde Britse admiraliteitswerf aan de Thames. We stonden op historische grond, het doelwit van Michiel de Ruyter bij zijn befaamde tocht naar Chatham. Op informatie uit Terug in Nederland ben ik eens met Cees Eyking gaan praten. Hij had prachtige miniatuur-interieurs gemaakt. Ik vertel- maquette te maken maar ja, dat wordt moeilijk als je geen flauw idee hebt hoe zoiets er uit moet gaan zien. Ik vertelde hem wat ik intussen al uitgevogeld had en hoe ik me de maquette globaal voor stelde. Cees stelde vragen, veel prakti sche vragen. En bij lang niet alle vragen konden we een voldoende bevredigend antwoord vinden. We besloten daarom eerst maar eens bij een aantal musea en moderne touwslagerijen te informeren of langs te gaan. Bij wat rondbellen langs diverse musea werd al spoedig duide lijk dat niemand een maquette van een lijnbaan bezat, althans niet een waar de werktuigen centraal stonden en niet de gebouwen. Het Zaans Molenmuseum had weliswaar een prachtige maquette van een Zaanse lijnbaan maar daar kon je het proces van touwmaken niet mee uitleggen. Het Nederlands Open luchtmuseum stuurde ons kopieën van foto's, maar daarbij ging het oneerbie- 231

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2008 | | pagina 51