SCHERMERHORN
De eerste schriftelijke vermelding stamt
uit 1346 1 en, aannemende dat bestuur
lijke zelfstandigheid ook hier samenvalt
met kerkelijke zelfstandigheid, kan aan
genomen worden dat Schermerhorn in
1620 bestuurlijk zelfstandig werd. Scher
merhorn (de Horn) ontstond als vissers
dorp en toevluchtsoord voor mensen die
de natte Mij zen en het natte Schermer
ontvluchtten. In 1399 viel het zich ont
wikkelende Schermerhorn (en Westmij-
zen) onder Schermer (bestaande uit het
Noordeinde en het Zuideinde van Scher
mer). Dit blijkt uit een oorkonde van her
tog Albrecht.2 Later, als Zuid-Schermer
zelfstandig geworden is, blijft de combi
natie Schermerhorn, Noordeinde van
Schermer, Westmijzen en Noordewoude
in stand, zoals blijkt uit een oorkonde
van Filips II uit 1575.3 Schermerhorn is
dan als duidelijk het sterkste deel van de
combinatie.
Op een van de schitterende ramen in
de Grote Kerk is een binnenvisser te zien
die zich zorgelijk afvraagt hoe hij de kost
moet verdienen na het droogmalen van
de Schermer, terwijl daarvoor de Beem-
ster ook al drooggemaakt was. Dat zal
ook een probleem geweest zijn, want met
de binnenvisserij was het grotendeels
afgelopen. Maar in de eeuw daarvoor
was al een nieuwe bron van inkomsten
opgekomen, vele bewoners van Scher
merhorn verhuurden zich als zeevarende
op de haringvangst en de walvisvaart.
En er ontstond een enorme deelname
aan de koopvaardijvaart. De koopvaardij
kende meestal andere reders dan de
De kerk van Schermerhorn.
Tekening van Tavenier (1794), gemaakt zittend aan het Zwet.
Uit: J. J. Schilstra, Schermerland, Mensen en molens.
173