170 het overlijden v: n Roeland van Uutkerke kwamen deze utrpen weer direct onder de graaf. Oterleek hoorde toen tot het baljuwschap van Nijenburg. Van 811 tot 1817 was Oterleek even samenge voegd met Heerhugowaard en Veenhui- zen, maar vanaf 1816 was Oterleek weer zelfstandig.2 De eerste schriftelijke vermelding van de kerk (kapel) in Oterleek dateert uit de periode 1091-1121. In de Fontes Egmun- denses wordt Oterleek. samen met o.a. Oudorp, Hensbroek, Obdam, Wognum. Mijzen, Schermer en Ursem genoemd als kerken die onder het collatierecht van de abdij in Egmond vielen.3 De stichting van de kerk heeft waarschijnlijk nog ge ruime tijd daarvoor plaats gevonden. Het kerkje (met een tongewelf zonder versie ring) dat in 1922 afgebroken werd da teerde uit de 17e eeuw (1633?) Het had een kleine houten toren en een klok met jaartal 1794, waarschijnlijk het jaar dat het torentje vernieuwd werd.4 Op de plaats van het oude kerkje staat nu sinds 1923 de (voormalig) hervormde kerk, nu in gebruik van Hans Mantje.5 Bij Oterleek, aan de Huigendijk, is dui delijk te zien hoe kritiek de situatie in Noord-Holland geweest is door de steeds groter wordende meren. Op de kaart van A. Metius uit ongeveer 1600 blijkt hoe smal de Huigendijk geworden tengevolge van de landafslag door het geweld van Schermer en Heerhugowaard. Aan de dreigende situatie kwam een einde door de inpolderingen van de Heer hugowaard in 1631 en van de Schermer in 1635. Oterleek kwam binnen de dijkring van de Waard te liggen maar het bleef een zelfstandige polder. Na de droogmaking van de Schermer werd een gedeelte van de Schermer aan Oterleek toegevoegd, waardoor het grondgebied vijf keer zo groot werd. Oterleek bestond toen uit het oude dorp in het zuidwesten van de Oterlekerpolder en het tot de ge meente Oterleek behorende deel van de Schermer, waar zich rond de in 1663 ge bouwde kerk de kern Stompetoren (waarvan een deel tot Schermerhorn hoorde) ontwikkelde. In 1966 en 1967 verzette de gemeente Oterleek zich tegen de plannen om het binnen de ringvaart van de Heerhugowaard gelegen deel bij De Huigendijk in dreigende tijden. Onderdeel van de kaart van Antonius Metius (1630). NA, VTH nr. 2510.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2008 | | pagina 54