door de tijd van crisis en opkomend fas
cisme, maar ook door het idee van de
steeds toenemende verderfelijke invloed
van de stad. De zorg voor de stadsinvloed
ging samen met de overtuiging dat het
met de jeugd de verkeerde kant opging.
Interessant is dat een lezing georgani
seerd door de afdeling Schermer van de
Hollandse maatschappij van Landbouw -
over de jeugd uit de sloppen van Amster
dam- als 'bepaald geen landbouwkundig
onderwerp, maar wel zeer boeiend' werd
gekarakteriseerd.
Wat opvalt is de vermelding van
Schermerhorn naar 'de onoverwinnelijke
geest van de boeren in Rusland'. Onge
twijfeld een juiste opmerking, maar in
die tijd nogal speculatief. De boeren za
ten nog volop in de periode van collectivi
satie. Begin 1930 werd, tijdens 'de grote
sprong voorwaarts', de start van de in
dustrialisatie, in twee maanden tijd de
helft van de Sovjet-boeren (60 miljoen!)
gedwongen in collectieve boerderijen ge
plaatst (de kolchozen). In 1933 zal er nog
niet veel duidelijkheid over de veronder
stelde veerkracht hebben bestaan. Dui
delijk is trouwens dat onder de boerenbe
volking een enorme belangstelling be
stond voor de ontwikkelingen in Rus
land. Zoals elders in dit nummer ver
meld staat trok in 1933 de lezing 'een
blik in Sovjet Rusland', gehouden door
Ir. Huntinga in de Schermer, 250 personen.
Is het een wonder dat ik in het bijzon
der op dit Hollandse boerenvolk hoop
heb gevestigd voor het behoud van ons
vaderlands volkskarakterDat ik ook
voor de toekomst blijf vertrouwenon
danks alles, op de sterke geestelijke ele
menten, die in geen volksgroep zo dui
delijk spreken als in de boerenstand?
De stad is in de grond een oord des ver-
derfs, ook in de oud-bijbelse zin van
het woord. Hier op het land groeit de
wil tot het leven uit zijn oer-grond.
Hier is een volksgroep nog bezig te ont
staan en zich zelf te worden, die zich
slechts heeft te richten naar zijn diep
ste kenmerken om ten eeuwigen dage
voor innerlijk verval te worden behoed.
Dus geen volksgroep uit nood alleen,
maar een vrije boerenstand, zich be
wust van eigenwaarden; aanvaardend
het leven, zoals het uit de grote Levens
zender tot ons spreekt.
In zijn optimisme richt Schermerhorn
zich op de boerenstand. In zijn pessimis
me is de zorg voor morele achteruitgang
te herkennen die ook latere vernieuwers
kenbaar maakten. Ook heel duidelijk is
de waarde herkenbaar die Schermerhorn
aan de christelijke beschaving hecht ('het
leven aanvaarden zoals het uit de grote
Levenszender tot ons spreekt'). Beide as
pecten, onvrede en christelijke inspiratie,
inspireerden Schermerhorn later -samen
met Banning- tot de oprichting in mei
1945 van een vernieuwingsbeweging, de
156